Schrijft u eens op: alle adressen waar u ooit heeft gewoond, met de postcode erbij, en de datum van wanneer tot wanneer u er woonde?
En in welk jaar begon u minstens een keer per week gesprekken te voeren met een mobiele telefoon?
Trouwens, bent u ooit zes maanden regelmatig in aanraking gekomen met ethyleenoxide of glutaraldehyde? En hoeveel glazen alcohol per week dronk u toen u tussen de 20 en de 29 was?
De meest accurate klok kan onze kijk op de kosmos veranderen
Met een kernklok, die er per 300 miljard jaar maar één seconde naast zit, kun je testen of natuurconstanten wel echt constant zijn.
Dat weet ik helemaal niet meer, zegt u misschien. Of misschien ben u beleefd, en slaat u er een slag naar. In aanraking geweest met glu-ta-ral-de-hy-de? Ja hoor, dat zal best.
Toch komen bovenstaande vragen niet uit een sociaal-psychologisch afstudeeronderzoek – nee, het gaat om een van de belangrijkste onderzoeken van het moment. De Nightingale-studie van het Nederlands Kanker Instituut (NKI-AVL) en de Universiteit Utrecht.
De studie moet uitwijzen of er een verband is tussen (vooral) nachtdiensten en borstkanker. En de inzet is hoog: denk aan de schadevergoedingen, of aan de onrust die zo’n onderzoek kan opleveren.
Bovenleidingen
Vervelend dus dat de onderzoekers die de studie hebben opgezet in alle denkbare valkuilen tegelijk stappen.
Het begint al met de zonnige mededeling vooraf: deze vragenlijst kost u ongeveer driekwartier. Zou het? Een invulster die ik ken, begon na anderhalf uur toch wat te piepen: ‘Ik ben pas op 37 procent! En nu willen ze weten of ik tijdens mijn carrière wel eens met bovenleidingen heb gewerkt!’
Het helpt ook al niet dat zo’n vraag alsvolgt is geformuleerd – leest u even met volle aandacht mee?:
‘Heeft u ooit eens zes maanden met de volgende apparatuur gewerkt of in de nabijheid ervan? Het gaat hierbij om blootstelling gedurende uw hele arbeidsverleden, ook in de niet-verpleegkunde omdat ook in andere beroepen dergelijke blootstellingen voor kunnen komen. Zo ja bij welke van de beroepen was dat?’
Waarna de onderzoekers ook bij de keuzemogelijkheden al het denkbare in het werk hebben gesteld om de formulering zo onleesbaar mogelijk te maken:
– Aan of binnen vijf meter afstand van of met zendinstallaties voor mobiele telefonie (zendmasten) of C2000 (TETRA) of van radio/tv-torens.
– Aan of binnen vijf meter afstand van of met trein- of metrorails of de bovenleiding van het treinspoor.
Klokkijkend
Maar het ergste is natuurlijk het beroep dat zo’n onderzoek doet op het geheugen. Zie het voor u, hoe die arme dames verpleegkundige toenemend geïrriteerd en zuchtend door zo’n vragenlijst ploegen. Ja, het ergste dat je op zo’n moment kunt doen is vragen:
‘Bent u veranderd van de kant van het hoofd waar u gewoonlijk uw mobiele telefoon gebruikt tijdens het bellen? Zo ja, in welk jaar is deze verandering opgetreden?’
Ik zou er direct de eerste de beste slag naar slaan die mij inviel.
Funest natuurlijk. Van de ‘aan-welke-kant-van-het-hoofd?’-vraag is bijvoorbeeld bekend dat hij valse antwoorden ontlokt. Mensen die, zeg, een tumor links hebben, zullen opeens gaan roepen: ‘Natuurlijk, dát is het! Ik heb mijn telefoon soms tegen mijn linkeroor!’
Borstkankerpatiëntes zullen – doorgaans onbedoeld – hun nachtdiensten meer aandikken dan gezonde mensen. Of hun gebruik van glutaral-dinges overdrijven. Ze zullen trouwens ook meer gemotiveerd zijn om de Nightingale-studie helemaal uit te zitten. Als patiënt ben je immers maar wat blij als je eindelijk een dader kunt aanwijzen voor je ziekte.
Ik voorspel u vast hoe dit afloopt. Over een paar jaar zal de Nightingale-studie onthullen dat er een duidelijk verband is tussen nachtdiensten en borstkanker. De studie zal ook ‘aanwijzingen’ (let op dat woord) vinden voor een verband tussen kanker en mobieltjes.
Patiënten zullen om schadevergoeding eisen, er zullen zielige verhalen op televisie komen van nachtzusters die op sterven liggen en er zullen kamervragen komen, en een roep om scherpere regels. Het land zal in rep en roer zijn.
De wereld waarin we leven is soms best voorspelbaar. Zeker als onze wetenschappers steeds maar weer dezelfde fouten blijven maken.