Een van Nederlands bekendste natuurkundigen, Robbert Dijkgraaf, wordt de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dijkgraaf is een bekend gezicht in zowel het blad als bij evenementen van New Scientist. Hoofdredacteur Jim Jansen vertelt over zijn jarenlange samenwerking met de veelzijdige wetenschapsambassadeur.
‘We zijn hem kwijt’, zei Matthijs van Nieuwkerk met veel gevoel voor theater. Het was november 2011 en Robbert Dijkgraaf vertelde aan tafel bij De Wereld Draait Door dat hij een jaar later directeur zou worden van het Amerikaanse Institute for Advanced Study in Princeton.
‘We hebben hem terug’, dacht ik op de vooravond van 30 december, tien jaar later, in 2021. Een bevriend journalist van de Volkskrant appte of ik meer wist over de op handen zijnde benoeming van Robbert Dijkgraaf als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Zelf had ik Robbert in de weken ervoor nog een aantal maal gesproken, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik helemaal van niks wist. Iets na zeven uur stuurde ik Dijkgraaf een appje. Binnen een minuut antwoordde hij ‘dat hij niks mocht zeggen’. Voor mij toch min of meer een bevestiging. Ter plekke realiseerde ik me dat Nederland waarschijnlijk het eerste land ter wereld wordt met een snaartheoreticus als minister op dit ongekend belangrijke departement.
Nieuwe vaccins tegen veroudering lijken ziekten als alzheimer te voorkomen
Onderzoekers werken aan vaccins die ziekten zoals kanker en alzheimer een halt moeten toeroepen. Wat mogen we hiervan verwachten?
Nederland en de rest van de wereld staan voor een aantal ongekende mondiale uitdagingen. Kunnen we in deze turbulente tijd een betere minister van OCW bedenken dan Robbert Dijkgraaf? Het even korte als simpele antwoord is: nee.
Onderhandelaar
Toen ik in 2007 werd aangesteld als hoofdredacteur van Folia, destijds het weekblad van de Universiteit van Amsterdam, kreeg ik met Robbert Dijkgraaf een uitstekende columnist en bevlogen bestuurslid in mijn schoot geworpen. Zoals hij later onder meer ook deed met zijn columns in NRC, kon hij ingewikkelde materie op een aanstekelijke manier opschrijven, zodat steeds meer mensen met wetenschap werden geconfronteerd. Want dat is de missie van Dijkgraaf, toen en zeker ook nu: zoveel mogelijk mensen enthousiasmeren voor onderzoek en alles wat daarbij komt kijken.
In die beginperiode zag ik ook een andere kant van Dijkgraaf: die van gewiekst onderhandelaar. Zoals altijd moest er bij Folia bezuinigd worden. Een toenmalige medewerker van de afdeling communicatie vertelde dat saneren de enige optie was. Bestuurslid Dijkgraaf liet een stilte vallen, legde in een met cijfers onderbouwd betoog uit dat budgetverlaging de doodsteek zou zijn voor de vrije universitaire pers en aan het einde van de vergadering was de subsidiekrimp van tafel.
Dit fenomeen heb ik in de tien jaar die volgden nog talloze malen gezien. Als hij spreekt, zwijgen anderen. En dat is niet meer dan terecht.
Pleitbezorger
Het werk en de kracht van Dijkgraaf kregen steeds meer bekendheid. Natuurlijk eerst in Amsterdam. ‘Robbert Dijkgraaf is een onvermoeibaar pleitbezorger van de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderzoek: van een speeltuin waar onderzoekers het nut van hun onderzoek niet elke vijf minuten hoeven te bewijzen aan de buitenwereld’, zei de inmiddels overleden burgemeester Eberhard van der Laan in 2012 in de special die het Parool en Folia samen maakten. ‘Het goede en ook enigszins paradoxale is dat hij zelf het nut daarvan overtuigend over het voetlicht weet te brengen. Hij benutte zijn rol als relatieve buitenstaander in de wereld buiten de wetenschap daarmee meer dan uitstekend.’
Daarna volgde de rest van Nederland en de rest van de wereld. De koning, Mark Rutte, maar ook Ban Ki-moon, voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties – iedereen wilde wat van Dijkgraaf. Door zijn ongekende sociale vaardigheden had hij voor iedereen een luisterend oor en kon hij overal een praatje aanknopen.
Van gala tot stripboek
Toen ik in 2013 de overstap naar New Scientist maakte, intensiveerde de samenwerking. Niet zo vreemd, want van alles waar wij al meer dan tachtig jaar over schrijven – van kunstmatige intelligentie tot de jacht op een nieuw deeltje – gaat Dijkgraafs hart sneller kloppen.
In die tijd hebben we geweldige dingen samen gedaan. Elk jaar speelt hij een rol bij ons Gala van de Wetenschap. Onlangs werd voor de tiende keer de naar hem vernoemde essayprijs uitgereikt. We maakten een strip van zijn college Het allerkleinste en van New Scientist 39 was hij gasthoofdredacteur. Hij maakte toen naar eigen zeggen ‘een heerlijk hardcore nummer’. Toen Lowlands Science vorig jaar door covid-19 fysiek niet door kon gaan, logde hij in via Zoom om op deze manier toch een beetje aanwezig te zijn. Conclusie: hij is van alle markten thuis en stelt nooit teleur.
Lees nu gratis de New Scientist-editie met Robbert Dijkgraaf als hoofdredacteur.
Haagse toekomst
Gaat hij het redden in de Haagse slangenkuil waar achter elke hoek een nieuw gevaar schuilt? ‘Natuurlijk’, is mijn antwoord. Niemand is een betere wetenschapsambassadeur dan Dijkgraaf en niemand kan de Nederlandse belangen internationaal gezien beter vertegenwoordigen dan hij.
Ook voor de kunst- en cultuursector maak ik me geen zorgen. Onlangs interviewde ik hem in het Allard Pierson Museum, waar hij een aantal jaar eerder gastcurator was. ‘Onderzoek gaat over wat we nog niet weten; het onbekende’, vertelde hij toen. ‘De kunst begint ook met een leeg vel papier. Je beweegt je potlood en gaat een oceaan van mogelijkheden in. Ik heb een jaar op de Gerrit Rietveld Academie gezeten en daar heb ik pas geleerd wat onderzoek doen is. Bij de kunstopleiding wordt heel veel aandacht besteed aan het verkennen van de mogelijkheden. De nadruk ligt op het proces in plaats van op de uitkomst. Het gaat er uiteindelijk om hoe succesvol je bent om jezelf in andere richtingen te duwen en nieuwe dingen te verkennen. Dat is niet hoe ons wetenschappelijk onderwijs is ingericht en daar zou wel meer aandacht voor mogen zijn. Dankzij de Rietveld Academie ben ik een ander type wetenschapper geworden.’
Tien jaar nadat we Robbert Dijkgraaf ‘kwijt’ raakten, hebben we hem terug. Ik ben ervan overtuigd dat het, om Gerard Reve te parafraseren, niet onopgemerkt zal blijven.