Zelfs Sherlock Holmes zou er een kluif aan hebben. Wie onderzoek wil doen naar middeleeuwse handschriften moet vasthoudend zijn, puzzels kunnen oplossen en van het betere speurwerk houden.
De medievist Erik Kwakkel kan het allemaal. Met veel plezier duikt hij de archieven in, op zoek naar de geheimen van weer een manuscript. Vaak is het handschrift van de auteur net zo moeilijk te lezen als de krabbels van een huisarts op een recept voor de apotheker. Soms zijn er hele teksten in een soort geheimschrift in het manuscript verwerkt. Een zo’n code staat wel bekend als de ‘notae tironianae’, de notities van Tiro. Hij was een slaaf van Cicero en ontwikkelde in opdracht van zijn meester deze vroege vorm van stenografie om de speeches van Cicero op te kunnen schrijven. Nog eeuwenlang gebruikte een kleine groep hoogopgeleide kopiisten (de personen die manuscripten kopieerden) deze code, want op die manier kon men meer informatie kwijt op een pagina. Dat was prettig voor de kopiist, want pagina’s waren duur. Maar het is minder prettig voor de onderzoeker, want die moet zich een code eigen maken, die vroeger alleen bij die kleine groep kopiisten bekend was.
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
Correctieteken
Verder kan een correctieteken in een handschrift verraden waar het werk is gekopieerd, omdat alleen dat ene klooster precies dat specifieke teken gebruikte. En veel handschriften zijn niet van de oorspronkelijke schrijver, maar van een kopiist (de drukpers was immers nog niet uitgevonden). Wil je weten welke kopiist verantwoordelijk was voor het kopiëren van het manuscript, dan zal je zijn karakteristieke eigenschappen van zijn handschrift moeten herkennen. Een techniek die de politie onlangs nog toepaste bij de dreigbrieven aan de familie De Mol. Ga er maar aan staan!
Hoewel Erik Kwakkel dus veel tijd doorbrengt in archieven, weet hij (in tegenstelling tot de soms wereldvreemde Sherlock Holmes) ook nog veel tijd vrij te maken om de wereld te laten zien hoe mooi en intrigerend veel van de manuscripten zijn. De verluchtingen die er in staan, prikkelen de fantasie met wonderlijke wezens (draken, demonen, engelen), schitterende letters en bijzondere taferelen (belegeringen van steden, vechtende ridders, bijbelse verhalen). Sommige manuscripten bezitten een zogenaamde ‘volvelle’, iets wat door Kwakkel een middeleeuwse computer (of zelfs ‘app’) wordt gedoopt.
Tekstballonnen
Ook de tekstballonnen die wij zo goed kennen van onze stripverhalen lijken hun oorsprong te vinden in oude handschriften. Of wat dacht je van de allereerste advertenties? Kwakkel is 30 maart een van de sprekers van de Academie, maar mocht je al meer van hem willen lezen, ga dan naar zijn (Engelstalige) blog of volg hem op Twitter (@erik_kwakkel). Als iemand je enthousiast kan maken over deze – ja, ik hoorde het je denken – stoffige oude boeken, dan is hij het wel!
Dit is een bericht van de Academie voor de Nutteloze Kennis. U kunt meer over de Academie en haar missie lezen op haar website, op Facebook of opTwitter.
Lees verder: