Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Rob van der Mei, hoogleraar bij het Centrum Wiskunde en Informatica (CWI) en de Vrije Universiteit Amsterdam.
‘Een aantal jaar terug bezocht het toenmalige hoofd van een ambulancedienst mij op het CWI en wierp de vraag op of we met behulp van een algoritme ambulances sneller op de plek des onheils konden krijgen. Het bleek dat ambulances vaak inefficiënt werden ingezet. Het ambulancepersoneel en de chauffeurs zaten vaak op een vaste standplaats te wachten tot er een melding binnenkwam. Met behulp van data en wiskunde hebben we deze reactieve manier van werken veranderd in een proactieve manier van plannen.
We zijn gaan nadenken over de vraag waar en hoeveel ambulances er op een bepaald moment nodig zijn, rekening houdend met onzekere factoren als het weer, files en waar mogelijk een incident gaat plaatsvinden. Het nieuwe concept heet dynamisch ambulance-management. Het idee is dat ambulances niet altijd op hun vaste standplaats staan, maar alvast proactief op strategische plekken worden gezet, zodat ze alvast in buurt zijn bij incidenten die kunnen gaan plaatsvinden.
Heersen zwermen killerdrones straks over het slagveld?
Een luchtruim gevuld door kunstmatig intelligente killerdrones, die autonoom bepalen wie blijft leven en wie zal sterven. Hoe waarschijnlijk is dat?
Een waar eureka-moment beleefde ik toen we een proef deden in de regio Flevoland en de voertuigen inderdaad eerder bij het incident arriveerden. Dit was the proof of the pudding. Wat wij achter onze computers bedacht hadden, werkte in de praktijk. Een paar weken later zag ik een krantenkop die luidde: ‘wiskunde redt mensenlevens.’ Dat vatte het mooi samen. Ons fundamentele onderzoek is toegepast in de praktijk en hierdoor zijn inderdaad mensenlevens gered.’