Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Andrea Maier, hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit van Melbourne, Australië.
‘Ik poets de laatste drie jaar mijn tanden op één been. Hierdoor is mijn evenwicht enorm verbeterd en vermindert mijn risico om te vallen. Want eerlijk is eerlijk: ik wil best honderddertig worden, mits dat op een vrolijke en gezonde manier gebeurt. Niemand wil krakkemikkig oud worden en altijd afhankelijk van anderen zijn.
De snelheid waarmee mensen verouderen, verschilt per individu. Hoe oud we worden, is voor ongeveer 25 procent genetisch bepaald en voor de rest hebben we het zelf in de hand. Als je veel beweegt, niet te veel eet, niet rookt en er verder ook een gezonde leefstijl op nahoudt, dan word je ouder. Maar ook de effecten van al deze zaken verschillen per individu. Bij bepaalde personen raden we aan om dagelijks een flinke wandeling te maken, voor de spieren, terwijl een ander meer profijt heeft van puzzelen om het brein te trainen.
'Stel een leeftijdsgrens in voor euthanasie bij psychisch lijden'
We moeten terughoudender zijn met het aanbieden van euthanasie bij psychisch lijden, stelt psychiater Jim van Os. Vooral bij jonge mensen.
Ik onderzoek senescente cellen: verouderde cellen die niet gestorven zijn, die de bijnaam ‘zombiecellen’ dragen. Een waar eureka-moment beleefde ik in 2012, toen ik in huidbiopten van proefpersonen naar zombiecellen keek. Het werd me in een klap duidelijk: mensen die meer zombiecellen hadden, hadden ook meer ziektes, gebruikten meer medicatie, en zagen er voor hun leeftijd ouder eruit.
Door meer te bewegen, neemt het aantal verouderingscellen af. Een remedie om veroudering te voorkomen, is dus echt die gezonde leefstijl. Maar er is meer. In Amerika zijn de eerste experimenten gedaan met senolytica, medicijnen die de zombiecellen weghalen. Tot op heden met succes. En het bijwerkingspatroon ‘valt mee’.’