Afgelopen weekend verscheen in de Volkskrant een groot interview met Queengitarist, sterrenkundige én 3D-beeldenfanaat Brian May. Muziekjournalist Menno Pot blikt in een exclusieve column voor New Scientist terug op dit bijzondere gesprek.
Nooit geweten: rockgitarist Brian May is ook gepromoveerd astrofysicus. Als wis- en natuurkundige werkte hij vanaf 1970 aan zijn proefschrift over interplanetaire stofwolken. Hij brak zijn onderzoek in 1974 af omdat zijn bandje Queen succes kreeg. Een slordige 200 miljoen albums later rondde hij het alsnog af, in 2007, op zijn zestigste, gewoon om dat hij dat graag wilde.
De vriendelijke man met de hoge, zilveren krullenbol die nu tegenover me staat, in het tuinhuisje van een kapitale villa in Surrey, is dus dr. Brian Harold May. Bovendien is hij directeur van The London Stereoscopic Company, een bedrijf dat zich bezighoudt met wetenschappelijke én hobbyistische 3D-fotografie. Hij is mede-samensteller van een nieuw boek over de vroege ruimtevaart, geïllustreerd met 3D-foto’s: Race naar de maan 3D, over de wedloop tussen Amerikanen en Sovjets.
De nachthemel wordt een knipperende kermis
Columnist Ans Hekkenberg schilt een appeltje met bedrijven die lomp omspringen met de nachthemel.
Het leek de Volkskrant leuk als ík hem erover zou interviewen: een popjournalist die het nodige over Queen weet, maar niets over wetenschap, wat basale kinderkennis over ruimtevaart en planeten daargelaten.
‘Alsof ik het telefoonboek van Shanghai doornam’
Op weg naar Londen heb ik geprobeerd een stukje van Mays proefschrift te lezen. Na twee zinnen voelde het al alsof ik het telefoonboek van Shanghai doornam. Ik werd overvallen door wat in het Engels impostor syndrome heet en in het Nederlands oplichterssyndroom: ben ik wel competent? Loop ik, als muziekjongen, de zaak niet te besodemieteren door dit interview te doen?
Achter de 72-jarige dr. May staan wat platina platen tegen de muur. Hij draagt een vestje dat is bedrukt met gitaartjes. Godzijdank: May zegt zelf ook aan het oplichterssyndroom te lijden, al wordt hij in zijn vakgebied uiterst serieus genomen en was hij in 2015 nog betrokken bij de New Horizons-missie naar Pluto. ‘Ik heb me nooit wetenschapper gevoeld’, zegt hij. ‘Wie ben ik dat ik me hiermee bemoei? Als muzikant heb ik dat ook, zo’n stemmetje dat fluistert: straks ontdekken de mensen dat we niets voorstellen.’
Hè, dat luchtte op. We praatten over interplanetaire stofwolken, Apollomissies en het wetenschappelijke belang van stereoscopie. We bekeken 3D-foto’s door een kijker. Het was ongedwongen, interessant en leuk. Oplichters onder elkaar, zullen we maar zeggen.