Omdat ik niets beters wist te verzinnen, gaf ik mijn moeder voor Sinterklaas de Psychologie Scheurkalender cadeau. ‘Door vooraanstaande wetenschappers, publicisten en therapeuten’, staat achter op de kaft.
Mijn moeder vergeet de bladzijden altijd uit te scheuren. Dus als ik bij mijn ouders naar het toilet ga, ben ik eerst tien minuten zoet met scheuren. Dat heb ik graag voor mijn ouders over.
Zo leer ik van alles en nog wat over de psychologie. Dat de ‘gelukkigste’ studenten sterke relaties hebben met hun omgeving (29 april, M. Haverman, Trimbos-instituut). Dat sporters ‘sneller’ herstellen van psychische stoornissen dan niet-sporters (22 april, Dr. Y.Meesters, UMC Groningen). En dat het risico om te sterven ‘net zo groot’ is bij mensen met een depressie als bij mensen die roken (4 mei, Meesters).
'Stel een leeftijdsgrens in voor euthanasie bij psychisch lijden'
We moeten terughoudender zijn met het aanbieden van euthanasie bij psychisch lijden, stelt psychiater Jim van Os. Vooral bij jonge mensen.
Dat laatste, lees ik, is ontdekt door onderzoekers uit Noorwegen en Engeland. Ze hebben de gegevens van 60.000 mensen bekeken en na vier jaar plozen ze uit wie was gestorven aan wat.
Iedereen gaat dood
Ik heb deze kalenderpagina twee dagen te vroeg uitgescheurd en drie maal herlezen. Depressieve mensen gaan dood. Rokers gaan dood. Iedereen gaat dood. Alleen rokers en zwartkijkers sneller dan de rest. Of minder snel, want dat kun je natuurlijk óók lezen.
Ja, wat moet ik eigenlijk lezen? Dat rokende en depressieve mensen een bepaalde kans hebben om binnen vier jaar te sterven nadat ze een onderzoeker hebben ontmoet? Daar zou je inderdaad depressief van worden.
Hoeveel-vraag
Waar maak ik me druk om? In een scheurkalender, weet ik ook heus wel, wensen mensen nu eenmaal geen ellenlange tabellen en wetenschappelijke verhandelingen aan te treffen. Maar het gaat om veel meer dan die scheurkalender. Het gebeurt zo vaak, in zo veel media: het plaatsen van sappige berichten met ‘wetenschappelijke weetjes’, zonder antwoord op de ‘hoeveel-vraag’.
Hoe vaak dit gebeurt? Nee, sorry, dat weet ik dan weer niet. Hier wel een aantal voorbeelden:
‘Verder zijn de gemiddelde prestaties van allerlei leerlingen in het basisonderwijs vooruitgegaan.’ (NRC-Handelsblad, 20 april) – Hoeveel?
‘Regelmatig gebruik van lippenbalsem heeft vaak een verslavend effect’ (nu.nl, 2 mei) – Hoe vaak?
‘Mensen met autisme kunnen naarmate ze ouder worden steeds beter in het herkennen van gezichtsuitdrukkingen’ (Trouw, 2 mei) – Hoeveel beter?
‘Loverboys richten zich steeds meer op meisjes rond de 18 en maken meer gebruik van intimidatie’ (AD.nl ) – Hoeveel (meer)?
‘Senioren die eens per week een sport beoefenen (..), blijken vaak beter verschillende taken te kunnen combineren.’ (Volkskrant, 2 mei ) – Hoe vaak, hoeveel beter?
Echt, ik hoef geen statistische verhandelingen, maar hoeveel regels, hoeveel moeite en hoeveel tijd kost het om dergelijke uitstpraken te quantificeren?
Luchtverfrisser
Dat zijn zo van die dingen die ik me afvraag op het toilet van mijn ouders. Ik weet al wat ik mijn moeder de komende Sinterklaas cadeau geef. Een luchtverfrisser.