Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Martine van Zandvoort (49), hoogleraar translationele neuropsychologie aan het UMC-Utrecht.

‘Ik heb in mijn carrière vele momenten van inzicht beleefd, maar mijn grootste eurekamoment was ergens in 2010. De Belgische hersenchirurg Pierre Robe was net aangesteld bij het UMC-Utrecht en vroeg aan mij en collega’s of we wakkere hersenoperaties konden doen. Dat wil zeggen dat de patiënt wakker blijft tijdens de operatie.

Ik dacht eerst dat hij niet goed bij zijn hoofd was. Ik vond het ook bijna crimineel. Zelf had hij het in zijn opleiding geleerd, en de techniek later in Amerika geperfectioneerd. Dankzij hem ben ik erachter gekomen dat je hersenoperaties wakker kunt uitvoeren, omdat er in de hersenen geen pijnreceptoren zitten. De schedel en de hersenvliezen, die wel extreem gevoelig zijn, kun je gewoon lokaal verdoven.

Materialen die licht terugspoelen in de tijd stellen de natuurkunde op de proef
LEES OOK

Materialen die licht terugspoelen in de tijd stellen de natuurkunde op de proef

Zogeheten temporele metamaterialen werken als een soort ‘spiegels in de tijd’. Wetenschappers gebruiken deze materialen om de relativiteitstheorie ...

Martine van Zandvoort

Robe vertelde over een patiënt met een grote tumor, en stelde voor om deze patiënt wakker te opereren. Toen niemand zijn vinger opstak dacht ik: dan doe ik mee.

We zijn inmiddels twaalf jaar verder, en in die tijd hebben we tegen de vijfhonderd mensen wakker geopereerd. Bij zo’n operatie heb je als patiënt de regie in handen, en help je mee te bepalen wat wel en niet kan. Als de patiënt bijvoorbeeld merkt dat ze niet meer kan praten of denken, dan ligt daar de grens waar je op moet houden.

Deze vorm van opereren heeft vooral voordelen. Je houdt als patiënt de regie, communiceert met het team, en na afloop ontwaak je ook nog eens beter uit de operatie. Ik was een van de eersten in Nederland die dit als klinisch neuropsycholoog deed, en het heeft inmiddels een enorme vlucht genomen. Het wordt steeds meer een standaardprocedure.’