Hoe houden we jongere generaties fit? Met coronamaatregelen is dit een nog grotere uitdaging dan normaal. Mai Chin A Paw, hoogleraar sociale geneeskunde, doet er onderzoek naar en Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, legt uit hoe je jongeren in beweging krijgt.
Dit is hoe we wiskundefobie te lijf kunnen gaan
Sarah Hart vertelt hoe we de angst voor getallen en formules weg kunnen nemen.
Volgens Mai Chin A Paw, hoogleraar sociale geneeskunde aan Vrije Universiteit Amsterdam, is bewegen een wondermedicijn. ‘Je wordt er blij van, je slaapt beter, je kunt je beter concentreren en het is goed voor je weerstand’, zegt ze.
Daarom moet de maatschappij zo worden ingericht dat bewegen vanzelfsprekend is, vindt ze. Met name vanaf de middelbareschoolleeftijd is dat belangrijk, want dan gaan kinderen minder bewegen en sporten, en is er een daling in het aantal lidmaatschappen van sportclubs.
Investeren in bewegen
Daar doet Jan Rotmans een schepje bovenop. Hij is hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Er zou een vak moeten komen op school dat gezondheid heet’, zegt hij. ‘Dat gaat over voeding, sport en bewegen. Je kunt tientallen miljarden euro’s besparen in de zorg als je investeert in gezond bewegen.’
Volgens Frank van Eekeren, lector impact of sport aan de Haagse Hogeschool, gaat sport over meer dan alleen gezond leven. Sport gaat volgens hem ook over meedoen in de samenleving. ‘Dat je anderen leert kennen, vrienden maakt en deel uitmaakt van een gemeenschap. Dat is heel belangrijk.’
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Kenniscentrum Sport en Bewegen, Sportinnovator, ZonMw en Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.