Beste meneer Wilders,

Heus, ik snap het wel hoor, die ijver waarmee u moslims bestrijdt. Ik bedoel: zijn we in het straatbeeld eindelijk af van de katholieke nonnen en de vrouwtjes met van die spiegeltjes op het hoofd, treedt er opeens weer een heel nieuwe generatie behoofddoekte nonnetjes aan. Je zou er toch knettergek van worden.

Maar daarover wil ik het toch eens met u hebben. Want zou u zich wel realiseren dat u de islamisering van Nederland helemaal niet tegengaat – maar juist bevordert?

‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
LEES OOK

‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’

Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.

Dat zit zo. In verstedelijkte, moderne landen als het onze gaat het helemaal niet goed met gelovige mensen. Er zijn hier krachten aan het werk die ook de Nederlandse kopvoddendraagsters de das om hebben gedaan. Ontkerkelijking, noemen sociologen die krachten met een duur woord.

Het komt dus eigenlijk vanzelf wel goed: het aantal kerkgaande Nederlanders verdampte van 37 procent in 1971 tot 16 procent in 2009, allemaal vanwege die plezierige combinatie van scholing, welvaart, gezondheid, sociale mobiliteit, verstedelijking en vrijheid van ideeën. Die zit het geloof in de weg, en dat zorgt dat mensen de kerk de rug toekeren.

Krimp
De beste manier om de islam een hak te zetten, is dus door zoveel mogelijk moslims naar Nederland te halen en de tijd zijn werk te laten doen. En inderdaad, de moslims waren net lekker bezig te ontkerkelijken, pardon, te ontmoskeeën. Tussen 1998 en 2004 kromp het aantal eerstegeneratie-Turken dat wekelijks de moskee bezoekt van 46 naar 32 procent; bij de Marokkanen ging het van 40 naar 34 procent.

Maar dat was voordat u ten tonele verscheen en begon te piepen dat we afstevenen op een moslimstaat, met sharia en al. Klinkklare onzin natuurlijk, en dom ook, want nu hebben we de poppen aan het dansen.

Want wat bleek deze week uit het SCP-rapport ‘Moslim in Nederland 2012’? (PDF) Het moslimgeloof wint weer aan populariteit. En niet zo’n beetje ook. Tot hun verbazing zagen de onderzoekers dat het moskeebezoek onder Marokkanen en Turken van de eerste generatie weer even hoog is als vijftien jaar geleden.

En, zeer opmerkelijk, van de tweede generatie Marokkanen gaat tegenwoordig een derde wekelijks naar de moskee. Dat is maar liefst vijf keer zoveel als in 2002!

Traditioneel
Het is jammer dat u nooit verder bent gekomen dan het deelcertificaat rechten aan de moedermavo van Oost-Venlo, anders had u begrepen dat u hiervan de oorzaak bent. Naar mate je bevolkingsgroepen meer in een hoek drijft en stigmatiseert, vallen ze meer terug op hun traditionele identiteit.

Moderne moslims gaan dan opeens weer hoofddoekjes dragen, en beesten met de hand slachten, en halal doen, en ramadannen, en naar de moskee, en rondjes om de Kashba lopen. Allemaal omdat u zo lelijk tegen ze doet. Zo’n groep trekt zich dan terug, grijpt weer naar de oude culturele waarden. En ze hebben nog gelijk ook; als ik u zo nu en dan tekeer hoor gaan, zou ik soms ook haast wensen dat ik moslim was.

‘Reactieve etniciteit’ en ‘verwerpingsidentificatie’, noemen sociologen dit verschijnsel, en op het eind van het SCP-rapport schrijft godsdienstsocioloog Joep de Hart het zó. ‘Negatieve oordelen uit de maatschappelijke omgeving kunnen bij islamitische groepen een motivatie vormen voor verscherpte profilering van de eigen moslimidentiteit, zeker als men allerlei routes naar maatschappelijke integratie gestremd ziet.’

Maar sorry, dat zijn voor iemand zoals u natuurlijk wel heel veel moeilijke woorden achter elkaar.

Misschien begrijpt u het zo: hoe meer kamerzetels de PVV heeft, des te meer onze Nedermoslims weer naar hun geloof grijpen. U wordt dus vriendelijk bedankt, meneer Wilders, voor uw bijdrage aan de islamisering van Nederland.

Net zoals u trouwens een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de stijgende criminaliteit onder Marokkaanse mannen en… maar goed, dat is een ander verhaal, daarover vertel ik u volgende keer graag meer.

Met allervriendelijkste groet,

Maarten Keulemans