Eigenlijk viel het kwartje pas toen ik een tijdje geleden las over het hersenonderzoek bij kinderen door ontwikkelingspsycholoog Eveline Crone. Uit haar onderzoek blijkt dat de hersengebieden van achtjarigen wel actief worden bij positieve feedback (‘goed gedaan’) en nauwelijks bij negatieve (‘jammer, mis’).
Ik had al het gevoel dat ik weinig resultaat bij mijn dochters boekte als ik weer eens – om pedagogische redenen natuurlijk – negatief uit de hoek kwam. Maar nu weet ik dat ik me de moeite echt kan besparen om op die manier op te voeden: het komt tot een bepaalde leeftijd simpelweg niet aan!
Opvoeders kunnen dus het beste positieve feedback aan hun kinderen geven. Door het lezen van allerlei boeken was ik er vanaf de geboorte van mijn dochters al van doordrongen dat het goed is je kinderen te prijzen, omdat daardoor hun zelfvertrouwen toeneemt. Ik kan me ook herinneren dat vooral mijn vader wantrouwig keek bij dat verbaal belonen.
Koop je straks megagrote labdiamanten bij de Hema?
Labdiamanten zijn net zo mooi als natuurlijke diamanten en nu hun productiekosten dalen, veroveren ze de juwelenmarkt. Sebastiaan van de Water zocht u ...
En daar viel onlangs het tweede kwartje, want ook dat prijzen is niet zo maar oké, zo las ik in het artikel ‘Ga van dat kind af’ in Linda. Ontwikkelingspsycholoog Sander Thomaes vertelt hierin dat we er goed aan zouden doen om juist de ínspanning van het kind en niet het resultaat te prijzen. Het eerste kunnen kinderen namelijk zelf bepalen, het tweede niet. Door de nadruk te leggen op het belonen van enkel de prestatie krijgen kinderen namelijk het gevoel dat ze steeds weer moeten scoren: hierdoor wordt elke nieuwe situatie eerder een bedreiging, dan een leuke nieuwe uitdaging.
Oei, dat vind ik lastig, maar kan me voorstellen dat ‘Geen fouten, heel knap’ nogal wat verwachtingen voor de toekomst schept. Helaas kan ik mijn nieuwe inzichten niet meer met mijn vader delen, maar ik schat in dat hij zich in deze versie van belonen wél had kunnen vinden.
Overigens blijkt uit het hersenonderzoek van Crone dat twaalfjarigen negatieve feedback juist wel heel goed kunnen verwerken en gebruiken om te leren van hun fouten. Crone weet het nog niet zeker, maar verwacht dat er voor deze ‘switch’ in leergedrag een combinatie van hersenrijping en ervaring in het spel is.
Met die wetenschap ga ik langzaam maar zeker de puberteit van mijn dochters in. ‘Het puberende brein’ van Eveline Crone gaat deze zomer mee met vakantie. Want ook al ben ik bedrevener in negatieve feedback, het lezen van dit boek leidt vast tot meer positief vallende kwartjes.