In de Chinese stad Wuhan verrijzen binnenkort twee reusachtige Eifeltorens. De twee torens zijn volgens de Chinezen het neusje van de zalm qua duurzaamheid.
De gebouwen vormen het startschot van een plan om Wuhan om te toveren tot een boegbeeld van duurzaamheid. Eerder dit jaar maakte de minister-president van China bekend dat het land fors gaat investeren in duurzaamheid. Veel steden zijn zo erg vervuild dat inwoners lichamelijke klachten vertonen. Met de twee nieuwe gebouwen denken de Chinezen een goede stap te zetten richting schone en duurzame steden.
Bloem
De twee torens zullen niet de enige duurzame gebouwen zijn in Wuhan. Ook het nationale centrum voor energie is een bijzonder duurzaam gebouw. Het gebouw lijkt op een enorme bloem van 140 meter hoog. In de ‘steel’ van het gebouw is plaats voor kantoren en laboratoria die zijn beschermd tegen de hitte van de zon door het enorme dak in de vorm van een bloem. Niet alleen beschermt die ‘paraplu’ de mensen tegen de zon, het vangt water op en dient als enorme zonnecel. De mechanische bloem bevat zelfs windmolens in de vorm van stampers. Het gebouw is energieneutraal en levert ook nog eens extra energie aan andere gebouwen in de stad.
De nachthemel wordt een knipperende kermis
Columnist Ans Hekkenberg schilt een appeltje met bedrijven die lomp omspringen met de nachthemel.
Fantasia
De twee torens, genaamd de Phoenix torens, moeten niet alleen de stad duurzamer maken, maar ook het waternetwerk rondom de stad. De zonnecellen die de torens bekleden, voorzien de stad van duurzame energie. Een coating op de torens moet vervolgens de smog absorberen en neutraliseren die in en rond de stad hangt. Het gebouw wekt zelfs windenergie op. Doordat het gebouw de vorm heeft van een spiraal wordt de wind gedwongen zich een weg naar boven te banen. Meerdere windturbines aan de bovenzijde van de torens wekken vervolgens energie op. Die windkracht gebruiken de Chinezen niet alleen om energie op te wekken, maar ook om het water van zuurstof te voorzien.
De twee torens worden gebouwd op een eiland midden op de Yangtze rivier. Door de toevoer van extra zuurstof aan het water zullen micro-organismen floreren, waarmee vissen en andere waterdieren zich voeden. Op het eiland is bovendien zelfs plaats voor insectenhotels, huizen voor vleermuizen, bijenkorven en vogelhuizen. De ontwerpers hopen daarmee een zelfregulerend ecosysteem op te zetten waardoor diersoorten floreren en er genoeg voedsel beschikbaar is voor vissen. De bouw van het eiland zal waarschijnlijk dit jaar starten. Verwacht wordt dat het eiland volledig functioneel is rond 2018.
stukje bij beetje
De nieuwe torens zijn niet de eerste poging van de Chinese overheid om duurzame steden te maken. Voorheen gebruikte het land nog een radicaal andere manier, met weinig succes. In tegenstelling tot Wuhan stampte de Chinese overheid andere duurzame steden, zoals Pujiang, volledig uit de grond. Pujiang is volgens de Chinese overheid inderdaad duurzaam, alleen bleven de potentiële inwoners weg. Bedrijven voelden zich niet aangetrokken tot een lege stad en onbetaalbare woningprijzen schrikten mensen af. Hoewel de stad Pujiang nagenoeg af is, staan 1 op de 12 woningen leeg. China wil zo’n scenario in Wuhan voorkomen door de stad stukje bij beetje duurzamer te maken.
Om die grote ambitie waar te maken, tast China diep in de portemonnee. De Chinese regering trekt maar liefst 160 miljard euro uit om vervuiling tegen te gaan door te investeren in duurzaamheid. Dat is anderhalf keer zoveel als de Chinezen op dit moment jaarlijks uitgeven aan militaire doeleinden.
Bekijk hieronder hoe de stad Puijang er nu uitziet:
Lees verder: