De overheid heeft zowaar een belangrijk thema opgepakt: voedselverspilling. Het Voedingscentrum is half oktober een campagne gestart om het weggooien van eten terug te dringen. Ze ging van start tijdens een officiële bijeenkomst met vertrekkend minister Verburg (een bijeenkomst waarna, zoals de NRC meldde, erg veel eten werd weggesmeten), en daar is uiteraard een website ten doop gehouden, www.etenisomopteeten.nl, waar de consument tips kan vinden om eten te bewaren. Want de consument is de ‘doelgroep’ van deze campagne. En daarmee zit deze campagne er werkelijk he-le-maal naast.
Gooien we veel eten weg? De site spreekt van twintig procent van wat we inkopen, waarvan de helft echter bestaat uit afval (stronken, schillen, botjes, etc.). De resterende tien procent, iets minder dan een miljoen ton, zou volgens de site ‘goed eetbaar voedsel’ zijn, en de consument krijgt allerlei kook- en bewaartips om hem ertoe te bewegen die tien procent uiteindelijk ook op te eten. Den Haag geeft kookles. Maller kan het niet. Maar misschien is het beter om deze campagne te betitelen als een grof schandaal. Om vele redenen.
Ten eerste is het in deze tijden van permanent geschreeuw over de gevaren van overgewicht natuurlijk voltrekt ongeloofwaardig, zo niet gevaarlijk, om de burger op te roepen om tegen heug en meug alles op te eten wat hij heeft aangeschaft.
Wat maakt ons mens? Deze fossielen herdefiniëren onze evolutionaire oorsprong
Wat is een mens? Hoe meer we leren over onze familieleden van weleer, hoe moeilijker het wordt om het begrip ‘mens’ te definiëren.
Ten tweede zal kliekjesdag nooit terugkeren. Restjes bewaren en opeten, dat was iets voor arme gezinnen. Kliekjes zijn helemaal niet lekker, zijn nooit aantrekkelijk en zullen dus ook nooit sexy worden. Die hele campagne is dus verpilde moeite.
Ten derde gaat het bij die kliekjes niet om ‘goed eetbaar voedsel’ zoals de site beweert. Kliekjes zijn bewerkt voedsel, en bewerkte voedingsmiddelen zijn uitgebreid in contact geweest met bacteriën, en daarbij, juist vanwege dat koken of bakken, ook nog extra ‘lekker’ voor bacteriën (een koelkast vertraagt dat proces hooguit een beetje). Kliekjes bewaren en na een tijdje opnieuw op tafel zetten is dus vooral ongezond.
Ten vierde: als het om verspilling gaat is de consument is zo’n beetje de minst schuldige. Tien procent in de vuilnisbak? Dat is een schijntje vergeleken bij wat er daaraan voorafgaand in de voedselproductieketen weg geflikkerd wordt. Producenten, fabrieken, distributeurs, supermarkten: jaarlijks gooien ze enorme hoeveelheden voedsel (en dan dus ècht ‘goed eetbaar voedsel’!) op de stort of in de container. Hoeveel? De schattingen lopen uiteen, maar met een verlies van veertig procent zitten we waarschijnlijk aan de veilige kant. (Zie de schokkende cijfers in het boek Waste, van Tristram Stuart). Veertig procent van wat de landbouw levert raakt beschadigd bij opslag of transport, of is niet mooi genoeg, heeft een ‘ander’ kleurtje’, een vlekje, en ga zo maar door. Veertig procent van de landbouw is voor niks in de weer. En het kan al die verspillers niks schelen, want de kosten worden doorberekend aan de consument.
Veertig is een schatting, want harde cijfers zijn er niet. Dergelijke gegevens vallen voor menige fabriek, distributeur en supermarkt onder de categorie ‘bedrijfsgeheim’. Dat zwijgen, dàt zou de overheid eens open moeten breken. Zodat we allemaal voortaan weten hoeveel er wel niet verspild wordt. Maar op die kliekjes-site staat nergens, werkelijk nergens te lezen dat de overheid ook maar enige interesse heeft in het aanpakken van de ware verspillers. De gewone consument aanpakken, dat is lekker makkelijk. Die heeft geen economische macht. Die kan de inhoud van zijn vuilnisbak niet ‘geheim’ verklaren. ‘Eten is om op te eten’ is kortom een zinloze, gevaarlijke, hypocriete overheidscampagne. In de vuilnisbak ermee!