In de danswereld liggen chronische blessures altijd op de loer. De tool PAHM maakt gebruik van data en de laatste wetenschappelijke inzichten om die te voorkomen.

‘Wacht.’ Annemiek Tiemens was begonnen aan een ingewikkelde uitleg over een dansbeweging, maar midden in een zin staakt de promovendus die poging en kijkt ze een student vragend aan. ‘Lisanne, zou jij anders even de plié kunnen demonstreren? Dan is meteen duidelijk waar we het over hebben.’ De dansstudent springt zonder aarzeling de lucht in. Tegelijkertijd draait ze haar enkels naar buiten zodat haar hielen naar elkaar wijzen. In één vloeiende beweging zakt ze bij de landing door haar knieën en komt ze kaarsrecht weer omhoog. Piece of cake. ‘Dat is dus de plié, een gevierde landing in de danswereld’, vervolgt Tiemens. ‘Probleem is: hij is extreem belastend voor de enkelgewrichten. En dat is een van de redenen waarom we hier nu zijn.’

‘Hier’ is een klassieke danszaal, compleet met houten ­barre en smetvrije spiegelwand, op de negende verdieping van Codarts, de Rotterdamse hogeschool voor de kunsten. Derdejaars dansstudenten springen hier afwisselend op één been de lucht in, terwijl een apparaat meet hoelang het duurt voor ze weer geland zijn.

Wat als je personal coach een tablet is?
LEES OOK

Wat als je personal coach een tablet is?

Wie thuis online een sportcursus volgt, plukt daar net zo goed de vruchten van als wie samen met anderen op locatie sport.

Knie
Een paar meter verderop plant een danseres haar rechtervoet langs een meetlat, terwijl ze haar knie voorwaarts duwt in een poging de muur te toucheren. Dat lukt. ‘13,5 centimeter, Anne-Ruth!’ roept Tiemens, het getal intikkend op haar laptop. Op het scherm wemelt het van scores en grafieken. De taakbalk vertelt welk programma ze gebruikt: PAHM.

Fysiek en mentaal welzijn

Sommige puristen in de kunstwereld moeten er nog een beetje aan wennen. Zij zijn grootgebracht met het idee dat elke poging om kunstoptredens te reduceren tot rijen objectieve data afbreuk doet aan het artis­tieke ideaal van de spontane, subjectieve expressie.

De nieuwe generatie dansers kijkt daar totaal anders naar. ‘Ik geloof zeker dat moderne tools ons kunnen helpen’, zegt de Vlaamse Anne-Ruth. ‘Dat we altijd met spierpijn kampen, vinden we echt geen probleem, maar chronische blessures aan de onderbenen – en dat komt veel voor in de danswereld – zijn natuurlijk wel een issue.’ Spontane expressie gaat toch wat lastig als je op krukken loopt.

PAHM moet dat scenario voorkomen. ‘Alle metingen die we doen, zijn gekoppeld aan wetenschappelijke inzichten over fysiek en mentaal welzijn’, vertelt promovendus Diana van Winden. ‘Neem de oefening met de knie tegen de muur. Een onderzoeker van het Erasmus MC heeft ontdekt dat een beperkte dorsaalflexie van de enkel, die hierbij gemeten wordt, een goede voorspeller is voor het oplopen van blessures aan het onderlichaam. Blijkt je enkel chronisch te stijf, dan bieden we fysiotherapie aan om je flexibiliteit te vergroten.’

Wake-upcall

Een andere cruciale component van PAHM betreft het ­invullen van periodieke vragenlijsten. Een dansstudent pakt haar telefoon en scrolt langs grafieken. ‘Kijk. We kunnen alle resultaten zelf terug zien. Zie je deze dip? Een tijdje terug beoordeelde ik twee maanden op rij mijn slaapkwaliteit met een vier. In diezelfde periode gaf ik aan ontevreden te zijn met mijn dansprestaties. Die dubbele trend had ik op het moment zelf niet echt door. De cijfers van PAHM waren voor mij een wake-upcall om mijn leefstijl te verbeteren.’

Elite dansers van het Nationaal Ballet en het Scapino Ballet bleken tijdens het project Fit to Perform zelfs zo enthousiast over de werking van PAHM, dat een vakjury van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA het project beloonde met de jaarlijkse RAAK-award. Sindsdien heeft Codarts tal van vervolgprojecten in gang gezet. Ook circusartiesten, musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest én de trainersstaf van Feyenoord staan inmiddels te springen om aangepaste versies van de tool in gebruik te nemen. PAHM maakt één ding duidelijk: de tijd dat wetenschap, sport en podiumkunst volledig gescheiden werelden waren, ligt definitief in het verleden.

Janine Stubbe
Janine Stubbe is lector aan Codarts, de Rotterdamse hogeschool voor de kunsten.

‘Wij helpen dansers dansklaar te blijven’

Water en vuur. Dag en nacht. Zwart en wit. Zijn wetenschap en podiumkunsten net zulke tegenpolen? Veel artiesten denken van wel. Maar lector Janine Stubbe van Codarts trekt zich niets aan van zulke vooroordelen.

Kunnen wetenschappers dansers helpen om beter te dansen?

‘Jazeker! Want fitte dansers dansen beter. We moeten beseffen dat podiumkunstenaars absolute topsporters zijn. Balletdansers trainen vele malen harder dan profvoetballers. Werkdagen van elf uur zijn geen uitzondering. En even uit voorzorg rust nemen, is in de danswereld niet gebruikelijk. Pain is part of the game. Met onze tool PAHM kunnen we dansers en hun artistieke staf meer inzicht geven in alle fysieke en mentale gevaren en valkuilen. Daarmee helpen we dansers om dansklaar te blijven.’

Hebt u bewijs dat dit werkt?

‘En of. Het Nationale Ballet gaf een tijd geleden voorstellingen van The Sleeping Beauty. Die show staat onder dansers bekend als een ‘enkelkiller’. De gegevens van PAHM bevestigden dit. Veel dansers kampten na de eerste voorstelling met enkelproblemen. De artistieke staf zag deze data, paste het trainingsprogramma aan en laste preventieve oefeningen in. Het resulteerde in minder enkelklachten na de tweede voorstelling. Fantastisch toch? En wat mij betreft zijn dit soort successen pas het begin.’

Hoe wilt u nog meer wetenschappelijke inzichten integreren in de podiumkunsten?

‘We willen onder andere een tool ontwikkelen om blessures te kunnen voorspellen. Op basis van factoren zoals blessuregeschiedenis, PAHM-metingen en de in kaart gebrachte belasting die een bepaalde voorstelling met zich meebrengt, proberen we individuele risicoprofielen op te stellen. Ook richten we ons op audities. Die zijn van vitaal belang in de ­carrières van musici en dansers en dus enorm stressvol. Je komt een zaaltje met een jury binnen en dan moet je laten zien wat je kunt. Onderzoek suggereert dat trainen onder gedeelte­lijke druk helpt om te presteren onder volle druk. Daarom zijn we nu bezig een stresslab te bouwen, waarmee we audities deels kunnen simuleren. Tenslotte zijn we intensief aan het samenwerken met de voetballers van Feyenoord.’

Wat zegt u tegen mensen die het spreekwoord ‘schoenmaker blijf bij je leest’ aanhalen?

‘Ik zal nooit een danser vertellen hoe hij moet dansen. Waar het mij om gaat, is het bundelen van de nieuwste inzichten uit de geneeskunde, kunst, sport, psychologie en ICT, om ervoor te zorgen dat podiumkunstenaars langer van hun passie kunnen genieten.’