Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Hans Koster, hoogleraar stedelijke economie en vastgoed bij de Vrije Universiteit Amsterdam.

‘In mijn jeugd was ik groot fan van SimCity, een strategische computergame over stedenbouwsimulatie. Doel was om steden te bouwen, wegen aan te leggen en te zorgen dat de metro reed. En als het verkeer vastliep, dan moest je meer wegen bouwen of beter openbaar vervoer aanbieden.

Toen is eigenlijk mijn interesse voor dit vakgebied begonnen. Als hoogleraar stedelijke economie en vastgoed doe ik met behulp van theoretische modellen en veel data aan beleidsevaluatie. De overheid, beleidsmakers en politici komen met allerlei plannen en initiatieven, en ik kijk of het een beetje uitpakt zoals het moet. Vaak zie je namelijk de tendens dat politici goed zijn in het bedenken van zaken, maar vervolgens wordt er niet meer naar omgekeken wat eigenlijk de effecten zijn.

‘Een overheidsbank voorkomt problemen bij een bankencrisis’
LEES OOK

‘Een overheidsbank voorkomt problemen bij een bankencrisis’

Al ons betalingsverkeer verloopt via commerciële banken. Dat kan tot grote problemen leiden, zegt rechtswetenschapper Bart Joosen.

Vorige maand heb ik onderzoek afgerond naar drugsgebruikersruimte, plekken waar je illegale of legale drugs kan gebruiken. Dat heeft geleid tot een groot inzicht. 

Hans Koster

Op deze plekken worden geen drugs verstrekt, maar je kunt het er wel consumeren, en is er supervisie voor als er dingen misgaan. We hebben data van het Trimbos Instituut en het LISS-panel, een langlopend bevolkingsonderzoek, gecombineerd met criminaliteitscijfers en de huizenprijzen, in buurten met en zonder een drugsgebruikersruimte over een periode van 20 jaar.

Toen alle gegevens waren gekoppeld, deden wij een regressieanalyse, en wat bleek? Drugsgebruiksruimten zorgen voor een aanzienlijke daling van drugsgebruik en druggerelateerde criminaliteit. En in lage-inkomensbuurten buurten stegen de huizenprijzen met 2,5 procent.

In dit geval is een stijging in huizenprijzen positief, omdat het aangeeft dat de buurt iets aantrekkelijker is geworden om in te wonen. Ik was heel content met het resultaat, omdat zo’n ruimte vaak op weerstand van de buurt kan rekenen. Wij hebben bewezen dat gebruiksruimten niet alleen de sociale problemen aanpakken, maar ook de leefbaarheid van de buurt verbeteren.’