‘Denken is moeilijk’, schrijft Daniel Dennett in de inleiding van zijn boek Gereedschapskist voor het denken. Als filosoof spreekt hij uit ervaring. Maar zoals ambachtslieden hun werk niet met hun blote handen verrichten en gewoon machines gebruiken, zo hebben ook denkers de nodige hulpmiddelen tot hun beschikking.
In de loop der eeuwen hebben filosofen handige gereedschappen uitgevonden die het denken gemakkelijker maken. Sommige daarvan zijn alleen bruikbaar in specifieke situaties, zoals differentiaalrekenenof kansberekening. Andere zijn breder inzetbaar.
Een selectie van Dennets favoriete denkgereedschappen.
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
1 Reductio ad absurdum
Letterlijk: het reduceren van een argument tot een absurditeit. De truc is een bewering te nemen, om vervolgens aan te tonen dat die leidt tot onzinnige of tegenstrijdige conclusies. Een voorbeeld: in de homeopathie wordt beweerd dat water een ‘geheugen’ heeft dat alle stoffen onthoudt die erin zijn opgelost. Dat kun je eenvoudig weerleggen door erop te wijzen dat in gewoon leidingwater miljoenen verschillende stoffen hebben gezeten.
2 Ockhams scheermes
Probeer geen ingewikkelde verklaring voor iets te bedenken wanneer een simpele verklaring ook voldoet. Hoewel niet meer dan een vuistregel, is dat principe uiterst bruikbaar gebleken in de wetenschap. Als je bijvoorbeeld de beweging van de planeten wilt verklaren, kun je maar beter niet het antieke en complexe systeem van epicykels gebruiken – nog los van het feit dat dat systeem de aarde als middelpunt van het zonnestelsel ziet. Je kunt veel beter het heliocentrische model gebruiken. Dat model plaatst de zon in het middelpunt van ons zonnestelsel, en is veel simpeler. Je hoeft in het heliocentrische model bijvoorbeeld geen verklaring te verzinnen voor het regelmatig achteruit bewegen van planeten; ze lijken slechts achteruit te gaan vanuit het aardse perspectief.
3 De wet van Sturgeon
Genoemd naar sciencefiction-auteur Ted Sturgeon, die vond dat zijn genre oneerlijk werd bejegend door recensenten. ‘Ze zeggen dat 90 procent ervan flauwekul is’, klaagde hij. ‘Daarin hebben ze gelijk. Maar 90 procent van álles is flauwekul.’ Deze 90-procent-regel is een handig instrument om een vakgebied, een stroming of een kunstvorm te beoordelen. Als je niet de vinger weet te leggen op de 10 procent die wel ergens op slaat, loop er dan met een grote boog omheen.
4 Retorische vragen
Zodra je in een tekst een retorische vraag tegenkomt: stop met lezen en denk kritisch na. Gewoonlijk wil de auteur je het idee geven dat zijn bewering boven elke twijfel verheven is, of dat het antwoord volstrekt voor de hand ligt. Het tegendeel is vaak het geval.