Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Nicole Lucassen, universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

‘Bijna iedereen wordt geboren in een gezin en wordt dus opgevoed; opvoeding is iets waar veel mensen een mening over hebben. Daarom vind ik opvoeding een razend interessant en intrigerend thema.

De kern van goed opvoeden ligt bij de sensitiviteit van de opvoeder en niet bij de sekse. Het gaat erom of je in staat bent de signalen van je kind op te vangen en daar op een adequate manier mee om te gaan.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

In het gezin

In mijn vakgebied wordt veel gewerkt met vragenlijsten. Dat is op zich een prima meetinstrument, maar ik geloof vooral in natuurlijke observatie. Voor mijn promotieonderzoek mocht ik 752 gezinnen bezoeken en in de natuurlijke context observeren. Als de observatie met de ene ouder erop zat, vroegen we om te ruilen met de andere ouder, zodat we de interactie van beide ouders met het kind in beeld hadden. Tijdens die ruilmomenten overlegden ouders even. Deze minigesprekjes intrigeerden mij, want het vertelde mij iets over hoe de ouders de opvoeding hadden verdeeld. Dit heet co-parenting, samen opvoeden.

Nicole Lucassen, universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Ik ontdekte dat co-parenting vooral gemeten werd met een vragenlijst die het vaakst werd afgenomen bij de moeder, terwijl het een proces is tussen beide ouders. Dat is natuurlijk raar. Dat moment van inzicht inspireerde mij om in vervolgonderzoek niet langer enkel naar de rol van de moeder en de rol van de vader te kijken, maar naar het gezin als geheel, in de natuurlijke thuiscontext.

Al lijkt de sfeer binnen een gezin positief en gezellig, de ene ouder kan de andere ouder toch ondermijnen in de opvoeding, bijvoorbeeld door initiatieven van de ander te negeren en eigen ideeën te volgen. Als we het als maatschappij belangrijk vinden dat beide ouders de kans hebben om te werken én te zorgen, is het belangrijk om inzicht te krijgen in de dynamiek die zich afspeelt tussen de vier muren van het gezin.’