De overstromingen die begin deze maand de deelstaat Kashmir teisterden, waren voorspelbaar en te voorkomen. Dat stelt Jane Madgwick, CEO van Wetlands International. De natuurbeschermingsorganisatie viert dit jaar een bestaansjubileum. Al 60 jaar zet de NGO zich in voor het behoud en herstel van kustgebieden en rivierdelta’s.
Het ontwerp oogt misleidend simpel. Een dam gebouwd van takkenbos, meer is het niet. Maar de resultaten zijn verbluffend. In het Demak District, aan de noordkust van het Indonesische eiland Java, kampt de plaatselijke bevolking al jaren met hardnekkige overstromingen. De oorzaak: de grootschalige kap van mangrovebomen voor de aanleg van garnaalkwekerijen. Nu die kustmangroves er niet meer zijn heeft de zee vrij spel en overspoelt het jaarlijks kustdorpen en de omringende voormalige landbouwgronden. Erosie is onvermijdelijk en heeft inmiddels twee dorpen in het geheel van de kaart weggevaagd.
In allerijl opgetrokken betonnen zeeweringen zijn niet berekend op de zeespiegelstijging. Bovendien bieden ze geen oplossing voor de lange termijn. In zekere zin verergeren ze het probleem zelfs. Een massieve dam blokkeert niet alleen het water, maar ook de daarin meegevoerde sedimenten. Natuurlijk herstel van de kustlijn is daarmee uitgesloten.
Moeten we de grenzen van het zonnestelsel herzien?
Ruimtesonde New Horizons vliegt nu voorbij de Kuipergordel, aan de rand van het zonnestelsel. Er wacht ons mogelijk nieuwe verrassingen.
In het Demak District test men daarom nu een duurzamere en bovendien goedkopere oplossing. Twee doorlaatbare dammen breken daar de golven, maar laten het sediment door. Het achterliggende idee is dat je je niet moet wapenen tegen de natuur, maar juist ermee moet samenwerken. Building with Nature luidt de officiële benaming van dat concept. Die filosofie lijkt in Demak zijn vruchten af te werpen. Het project loopt nu een jaar, en de ontwikkelingen zijn hoopgevend. Achter de doorlaatbare dam spruiten via natuurlijke aanwas jonge mangrovebomen op, de eerste aanzet tot een nieuw mangrovebos. Concrete plannen bestaan om de pilot uit te breiden en zo een strook van 20 kilometer kustlijn effectief te beschermen. In de nabije toekomst zullen naar schatting 70.000 Javanen daarvan profiteren.
Aan het project nemen verscheidene Nederlandse bedrijven deel. Daaronder vertrouwde namen als die van Boskalis, Deltares en Van Oord. Maar in Indonesië is de voortrekkersrol weggelegd voor een minder bekende organisatie die eveneens zijn hoofdkwartier in Nederland heeft: Wetlands International. Deze NGO opereert al jaren in de schaduw van grotere natuurorganisaties, maar is op het gebied van wetlands een speler met internationaal aanzien.
In strikte zin zijn wetlands, in het Nederlands ook wel draslanden genoemd, laaglanden die gedurende delen van het jaar onder water staan. Bekende voorbeelden zijn de Pantanal in Brazilië, de Everglades in Florida, de Nijldelta in Egypte, en de Sundarbans in Bangladesh. Wetlands International hanteert een bredere operationele definitie en maakt zich sterk voor elk gebied waar land en water samenkomen. Daartoe behoren dus ook kustgebieden als het Demak District in Java.
Die verruiming van het werkveld tekent de NGO. Alhoewel ooit begonnen als een initiatief om watervogels te beschermen, gaat het Wetlands International allang niet meer om watervogels alleen. Zelfs een doelstelling als ‘behoud van biodiversiteit’ maakt onderdeel uit van breder verband, waarbij de nadruk ligt op het sociaal-economische perspectief. Triple E is nu het devies: Economy, Equality, Ecology.
Op de 23e verdieping van het World Trade Center in Rotterdam, uitziend op een van de meest ingedamde deltagebieden ter wereld, stond voorzitter Jan Ernst de Groot afgelopen maandag stil bij het 60-jarig bestaansjubileum van Wetlands International. Hij benadrukte daarbij nog maar eens het belang van wetlands. ‘De meeste mensen zien alleen maar een verzameling onaanzienlijke graslanden. Maar die graslanden fungeren als een spons. In droge tijden houden ze het water vast, in natte tijden dempen ze de vloed.’
‘Wetlands zijn onze bron en afvoerput’, vulde CEO Jane Madgwick hem aan. Een bron omdat ze water leveren. Een afvoerputje omdat ze overtollig regenwater en smeltwater opvangen. Zonder wetlands trekken overstromingen en droogte gezamenlijk op.
Door schade en schande
Het Building with Nature-concept vindt zijn oorsprong in Nederland. Een bekend voorbeeld is de zandmotor voor de kust van Zuid-Holland, tussen Monster en Den Haag. Via natuurlijke processen van erosie en sedimentatie moet die kustuitstulping een groot deel van de jaarlijkse benodigde 12 miljoen vierkante meter aan zandsupplementie voor zijn rekening nemen. Die constante zandtoevoer is nodig om de Nederlandse kust stormbestendig te houden.
Je zou kunnen zeggen dat Nederland door schade en schande wijs geworden is, want over het algemeen genomen is ons land een goed voorbeeld van hoe het juist niet moet. De dynamiek, zo kenmerkend voor wetlands, is goeddeels uit ons rivierengebied verdwenen. Volgens een recente inventarisatie telt ons land op dit moment 2.278 sluizen en 8.488 dammen. Hoge dijken perken het stroomgebied van rivieren in. In zekere zin verplaatsen al die waterkeringen het probleem slechts, verschaffen ze alleen lokale bescherming. Water moet ergens naartoe. Zonder deltagebieden, waarin het water vrijelijk kan overstromen, kan het water in tijden van vloed geen kant meer op – behalve over land.
Indien zoals in Nederland financiële middelen bestaan om steeds hogere en sterkere dijken te bouwen, is dat probleem nog wel te overzien. Maar in minder welvarende landen, waar die middelen niet beschikbaar zijn – landen zoals Pakistan en India – kan inperking van wetlands de opmaat vormen tot een humanitaire ramp.
Begin deze maand eisten overstromingen in de deelstaat Kashmir honderden levens. Honderdduizenden mensen zagen zich gedwongen hun huizen te verlaten. De directe oorzaak is de hevige regenval in het gebied, de hevigste in 50 jaar tijd. Maar aan de ramp liggen meer fundamentele oorzaken ten grondslag. ‘De ramp is veelvuldig in het nieuws geweest’, zegt Madgwick. ‘Maar ik heb weinig tot niets gehoord over achterliggende oorzaken. Terwijl de ramp voorspelbaar was, en dus ook te voorkomen.’
Kashmir is de stroomvallei van de rivier Jhelum. Die rivier mondt uit op het Wularmeer. Dat is van oudsher een van de grootste zoetwatermeren in Azië. In de afgelopen decennia heeft de bevolking het meer echter gedeeltelijk gedempt. Die afname in capaciteit van het waterreservoir is duur komen te staan.
Het Wularmeer is geen uitzondering. Overal ter wereld staan wetlands onder druk. In de twintigste eeuw hebben deltagebieden de helft van hun oppervlakte ingeleverd. De oorzaken zijn divers en lopen uiteen van boskap en omleiding van rivieren tot urbanisatie en landwinning ten behoeve van landbouw en aquacultuur. Wat nu over is beslaat 4 procent van het landoppervlak.
Grote zorg zijn de tropische veenmoerasbossen in Zuid-Oost-Azië. Die bossen komen voor op bodems die zo nat zijn dat biologische afbraak slechts ten dele plaatsvindt. Zo ontstaat een veenbodem, een soort immense waterdruppel in het landschap. Maar door boskap en drainage voor plantages, met name oliepalm- en pulpplantages, zakt het waterpeil. Het veen komt daardoor droog te liggen en klinkt in. Geholpen door veenbranden komen bij dat proces gigantische hoeveelheid broeikasgassen vrij. Op lokaal niveau stijgt het overstromingsgevaar.
Irrawaddy-dolfijnen en Illipe-olie
Het goede nieuws is dat in veel gevallen de problemen oplosbaar zijn. Soms zelfs met betrekkelijk eenvoudige en goedkope middelen. Daarvan getuigen Wetlands International’s meest recente successen. Zo heeft de organisatie bijgedragen aan de restoratie van het Chilikameer in India. Letterlijk honderdduizenden vissers dreigden hier hun baan te verliezen omdat het meer afgesloten raakte van de zee. Nadat in 2010 de verbinding werd hersteld, is de visvangst vertienvoudigd. Ook de lokale populatie van uiterst zeldzame Irrawaddy-dolfijnen lijkt te profiteren.
Om het verlies van de veenmoerasbossen tegen te gaan zijn Wetlands International en partners een zoektocht gestart naar een waterstresstolerante plantensoort ter vervanging van oliepalm. Een alternatief met potentie lijkt nu de productie van illipe-olie. Dat product kan net als palmolie worden verwerkt in koekjes, chips en cosmetica. In tegenstelling tot oliepalm gedijt de moederplant ook in moerasachtige condities.
Doordat problematiek rond rivierdelta’s doorwerkt op hogere niveaus, is het voor Wetlands International voortdurend schakelen tussen lokale kwesties en mondiale vraagstukken. Het beheer van rivierdelta’s gaat gepaard met zoveel uitdagingen dat de focus soms uit het oog dreigt te raken. Sommigen menen zelfs dat Wetlands International bezig is haar afkomst te verloochenen. In een recent conceptstrategierapport worden watervogels nergens met name genoemd. Maar de overheersende consensus is toch: het is niet óf watervogels óf mensen. Het is plus-plus. Al was het maar omdat de vogelstand een goede indicator is van de gezondheid van het totale ecosysteem.
Op dit moment zijn vertegenwoordigers van Wetlands International in gesprek in Mali. Midden in dat droge land, ten zuiden van de Sahara, ligt de Inner Niger Delta. Dat deltagebied herbergt gedurende vijf maanden per jaar een mozaïek van meren, rivieren en beekjes ter grootte van België. Via visserij en landbouw voorziet het gebied in het levensonderhoud van anderhalf miljoen mensen. De vloedvlakte wordt nu bedreigd door de geplande aanleg van een nieuwe dam, nabij Fomi in Guinee. Wetlands International hoopt de besluitvorming dusdanig te sturen dat de levenslijn van de plaatselijke bevolking niet wordt afgesneden. Tegelijkertijd zal duurzaam beheer leiden tot het behoud van een voornaam overwinteringsgebied van Europese trekvogels.
Lees ook: