In Zweden slaagden artsen erin een in het laboratorium gemaakte luchtpijp te transplanteren naar een doodzieke patiënt. Maar wat nou precies het nieuwe daaraan is – ik kon het niet goed benoemen.
En ik was niet de enige die moeite had om de vinger te leggen op wat er daar in het koude Zweden precies was gebeurd. Volgens sommige nieuwssites was het voor het eerst dat een patiënt een synthetisch orgaan ingeplant had gekregen. Volgens anderen was het voor het eerst dat men een patiënt succesvol had behandeld met stamcellen.
Een stukje plastic of een kleddertje cellen, dat maakt nogal uit.
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
Weer anderen hielden het erop dat het voor het eerst was dat men een luchtpijp had getransplanteerd. Penny Sarchet van het vlaggenschip van de Britse wetenschapswereld Nature intussen vroeg het zich gewoon hardop af: wat was hier eigenlijk het nieuws?
Donororganen
Je moet inderdaad diep de vakliteratuur in duiken om te achterhalen hoe het ook alweer zat. Eén: patiënten met uit stamcellen gemaakte stukjes weefsel lopen al rond. Dat is fijn voor die mensen, want donoren of immuunonderdrukkende middelen zijn dan niet meer nodig.
Twee: kunstorganen van plastic bestaan ook al. Dat weet u best: denk aan pacemakers, nepheupen, contactlenzen desnoods. Ook stukjes luchtpijp gemaakt van kunststof bestaan trouwens al.
Drie: in 2008 lukte het hetzelfde artsenteam ook al om een synthetische luchtpijp bij een patiënt in te bouwen. Een luchtpijp van een dode donor welteverstaan, die in het lab chemisch werd ontdaan van de cellen van de overledene, waarna een ‘skelet’ van bindmiddel overbleef. Dat zaaiden de artsen in met stamcellen van de transplantatiepatiënt zelf en ziedaar: ook deze patiënt leefde nog lang en gelukkig, zonder immuunonderdrukkende medicijnen.
En o ja, drie en een half: diezelfde truc (donororganen uitkleden en ze weer aankleden met stamcellen) werd vorig jaar ook met een rattenlong uitgevoerd. Waarna men er zowaar in slaagde een kant en klare nieuwe long in een rat te implanteren. Was ook al een doorbraak en een revolutie en een mijlpaal, destijds.
Mondvol
Zwenk om al die historische feiten heen, en eindelijk wordt duidelijk wat er hier nu precies had plaatsgegrepen. De Zweden hebben voor het eerst een combinatie gemaakt van kunststof en stamcellen en die ingebracht bij een patiënt.
Best een mondvol, maar de meest waarheidsgetrouwe weergave van het nieuws.
Dat kan natuurlijk betekenen dat het bij nader inzien helemaal niet zulk bijzonder nieuws is. Wat nou doorbraak: wat die Zweden hebben gedaan is gewoon het volgende stapje in een hele reeks.
Maar het kan ook iets anders betekenen.
Sciencefictionschrijver en wiskundige Vernon Vinge noteerde eens hoe je volgens hem snelle technologische ontwikkelingen kunt ontwaren. Als de technische ontwikkelingen elkaar in steeds hoger tempo opvolgen, schreef hij, wordt het steeds moeilijker om ze nog van elkaar te onderscheiden. Je zou door de mijlpalen het bos niet meer zien.
Zou dat soms het échte nieuws zijn? Dat er gewoon érg veel gaande is, daar in de transplantatiegeneeskunde? Een revolutie, waarbij de mijlpalen zo snel langs schieten dat je ze niet meer goed uit elkaar kunt houden?