De redactie van New Scientist selecteerde hun favoriete populairwetenschappelijke boeken van het afgelopen jaar.

Praktisch planeetonderzoek

Het lijken op foto’s altijd zwijgende kolossen die zweven door het donkere niets. Toch zijn planeten als Venus, Mars en Mercurius minder ver weg dan je misschien zou denken. Dat is althans de aansprekende boodschap van onderzoeker Sebastiaan de Vet in het prettig geschreven Praktisch planeetonderzoek voor de zaterdagochtend.

Met leesbare lol en het grootste gemak haalt De Vet de belangrijkste rotsblokken van ons zonnestelsel je huiskamer in. Hij laat zien hoe de landschappen en geologie van Mars en Mercurius ook gewoon op onze vertrouwde aarde voorkomen. En hoe je met experimenten allerlei eigenschappen en processen op die planeten met wat simpel bouwgereedschap kunt nabootsen. Een van de leukste populairwetenschappelijke boeken van het jaar. George van Hal

Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken
LEES OOK

Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken

Scheikundige Ina Vollmer heeft een nieuwe, revolutionaire techniek ontwikkeld waarmee plastic kan worden gerecycled.

Sam Goudsmit

Het is je vergeven als je niet direct weet wie Sam Goudsmit is. Want hoewel Goudsmit een groot natuurkundige was, is zijn faam minder groot dan die van andere kopstukken uit de rijke Nederlandse fysicahistorie. Dat is echter geenszins terecht. Niet alleen tekende Goudsmit voor een enorm belangrijke ontdekking, hij speelde ook een doorslaggevende rol in een bij velen onbekend hoofdstuk uit de geschiedenis.

Goudsmit verwierf internationale wetenschappelijke faam met de ontdekking dat kleine deeltjes, zoals elektronen, een zogeheten ‘spin’ hebben, een soort quantummechanisch getol om een as. Een eigenschap die later van enorm belang zou blijken te zijn in onder andere de zoektocht naar een quantumcomputer.

Maar net zo boeiend als Goudsmits wetenschappelijke werk, is zijn persoonlijk leven. Een leven die in dit boek door wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout wordt opgeschreven als meeslepende roman. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde Goudsmit namelijk de regie over een Nederlands-Amerikaans onderzoeksteam dat jacht maakte op Hitlers atoombom. Een jacht waarbij internationale natuurkundige kopstukken een fascinerende rol speelden. Een boek om in één ruk uit te lezen. George van Hal.

Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?

Vergelijkingen trekken tussen het gedrag van dieren en mensen is een heikele aangelegenheid. Mensen projecteren bijvoorbeeld maar al te graag hun eigen emoties of gedachten op die van hun huisdier. Dikke kans dat achter het gedrag van Bello of Droppie eigenlijk heel andere processen schuilgaan.

Frans de Waal is echter wereldberoemd geworden met het trekken van dergelijke vergelijkingen. In dit boek beschrijft hij welke hordes zijn vakgebied, de gedragsbiologie, moest nemen voordat collega wetenschappers de uitkomsten ervan serieus namen. Daarnaast passeren belangrijke experimenten de revue, met dozen stapelende apen en in de spiegel kijkende olifanten, die aan deze ontwikkeling hebben bijgedragen.

Het boek beschrijft treffend hoe ons begrip van dieren in de loop van de tijd is verandert. En wie weet geeft het je als lezer ook een nieuwe kijk op jouw eigen Bello of Droppie. Joris Janssen

Mensen op Mars

Het idee klinkt mooi: in 2026 een groep van vier mensen naar Mars sturen om een kolonie te stichten. Dit alles voor een deel betaald uit de inkomsten van een reality-televisieserie die de selectieprocedure van de astronauten, vlucht en vestiging op onze buurplaneet in beeld brengt. Vanuit diverse hoeken klinkt al lange tijd kritiek op het plan. Het zou financieel namelijk volstrekt onhaalbaar zijn.

Wie toch nog een beetje hoop heeft dat het plan gaat werken, verliest die hoop wel na het lezen van Mensen op Mars. De interviews met de Nederlandse oprichters van stichting Mars One, die achter het idee van de ruimtekolonie zitten, en met de potentiële astronauten schetsen bepaald niet het beeld dat we hier met een realistische onderneming te maken hebben.

Dat betekent niet dat het boek niet het lezen waard is. Integendeel. Het is een aanrader vanwege de humor waarmee het verhaal is opgeschreven. Bovendien geeft het inzicht in de problemen waar toekomstige bemande Marsmissies – die er echt wel zullen komen – mee te maken gaan krijgen. Joris Janssen

Wat als…

…de dinosauriërs nooit waren uitgestorven? De aarde geen maan had gehad? Of Friesland de onafhankelijkheid zou uitroepen? Stiekem is er af en toe als wetenschapsliefhebber niks leuker dan wegdromen bij de meest bizarre scenario’s.

In Wat als… krijg je vijftig van zulke scenario’s voorgeschoteld. Het gaat niet puur en alleen om luchtfietserij. In de pak hem beet zes pagina’s die elk onderwerp krijgt, duik je flink de wetenschap in. Diverse wetenschappers komen aan het woord over de relevante aspecten die erbij om de hoek komen kijken. De scenario’s komen daardoor realistisch over.
Het is dan ook een perfect boek om je gedachten de vrije loop te laten en je een wereld in te beelden zonder intelligente apensoort, met wilde klimaatschommelingen of met een peperdure tolweg op de Afsluitdijk. Joris Janssen

 

Zoete kinderen eten geen suiker

Ionica Smeets kan zowat alles. Van wiskundemeisje werd ze wetenschapsjournalist, hoogleraar, columnist en tv-persoonlijkheid. Tussen alle bedrijven door kreeg ze twee kinderen en voor Kek Mama ging ze columns schrijven over hardnekkige opvoedmythes. Deze stukjes zijn gebundeld in Zoete kinderen eten geen suiker, een fijn boek voor iedereen met jonge kinderen of plannen om een gezin te stichten.

Smeets komt met talloze bakerpraatjes over opvoeding die ze vervolgens wetenschappelijk toetst. Klopt het dat het slecht is om kinderen te straffen? Dat Mozart goed is voor de intellectuele ontwikkeling van een kind? En dat vooral dikke en domme kinderen veel tv kijken?

Smeets heeft een vlotte pen en naast dat de meeste verhaaltjes herkenbaar zijn, is in elke column een wetenschappelijk verdieping te lezen. Prettig! Over tien jaar hoop ik op een boek van haar over pubers. Jim Jansen

Elastisch universum

Na de vondst van het higgsdeeltje in 2012 begon Fontaine Uitgevers met een uitermate fijne ABC-reeks over belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen. Zo verschenen er ook boekjes over meteorietinslagen en zwaartekrachtsgolven, en ook de nieuwe theorie van natuurkundige Erik Verlinde mocht hier natuurlijk niet in ontbreken.

Dit maal is het ABC niet geschreven door Govert ‘Alles over Sterrenkunde’ Schilling, maar door New Scientist-collega George van Hal. Hoewel ik natuurlijk niet helemaal objectief ben, is Van Hal de persoon bij uitstek om de uitermate ingewikkelde theorie van Verlinde helder uit te leggen. Van Hal schrijft net zo enthousiast als hij praat en belangrijker nog: hij weet waar hij het over heeft. Hij neemt ons mee langs het holografische principe en de concepten van de snaartheorie. Verlinde wordt vaak de nieuwe Einstein genoemd. Wat vindt Van Hal daarvan? ‘Natuurlijk weet niemand of zijn ingeving klopt, maar wat hij heeft verzonnen verdient volgens ingewijden onze aandacht.’ Daar is niets te veel mee gezegd. Jim Jansen

Ons creatieve brein

Keer op keer werd de lancering van het nieuwe boek van Dick Swaab uitgesteld, maar eind september was het dan eindelijk zover. De verwachtingen waren vooraf hooggespannen, want zijn vorige breinboek Wij zijn ons brein ging meer dan 450.000 duizend keer over de toonbank en verscheen in vijftien verschillende landen op de markt.

Ook Ons creatieve brein zal de weg naar de lezer weten te vinden, want Swaab vervolgt het pad dat hij met Wij zijn ons brein is ingeslagen. Swaab beantwoordt vragen als hoe creativiteit ontstaat en hoe bewustzijn werkt. Ook gaat hij dieper in op de vraag waarom je van bepaalde muziek houdt en wat kunst nou precies met je doet.

Swaab houdt niet van half werk en ruimt meer dan vijfhonderdvijftig bladzijden in om de lezer te laten zien wat ons tot mensen maakt. Het antwoord? De hersenen natuurlijk. Daarnaast is het boek schitterend geïllustreerd en voorzien van veel persoonlijke anekdotes. Ook deze Swaab stelt niet teleur. Jim Jansen

Blik van Boven

Dagelijks beklimmen talloze mensen de Dom, de Eiffeltoren en het Empire State Building, en dat doen ze maar voor één ding: het uitzicht. Kan je nagaan hoe mooi het uitzicht is als je niet enkele honderden meters, maar enkele honderden kilometers boven de grond bent. Helaas is dat voorbehouden aan het selecte gezelschap dat zich astro- of kosmonaut mag noemen. Gelukkig is er voor thuisblijvers het boek Blik van boven, waarmee auteur Huub Eggen je voor even het gevoel geeft dat je ook in de ruimte bent. Het boek zit vol prachtige, verrassende foto’s van allerlei landschapselementen, van fel verlichte steden tot zanderige stukken niemandsland. Een luxe koffietafelboek dat zijn prijs meer dan waard is. Yannick Fritschy

De kloten van de mus 

Wie hoopt dat De kloten van de mus alleen over geslachtsorganen bij vogels gaat, wordt blij gemaakt met een dooie spreeuw. Auteur Kees Moeliker heeft immers niet alleen verstand van dierenseks, hij weet ook heel veel van dode dieren. Een combinatie van deze twee onderwerpen – een homoseksuele necrofiele eend, om precies te zijn – leverde de bioloog zelfs ooit een Ig Nobelprijs op. Maar ook die twee onderwerpen beslaan samen slechts de helft van het boek. In De kloten van de mus, een bundeling van Moelikers NRC-columns, komen allerlei dierweetjes langs, het ene nog absurder dan het andere.  Wist u bijvoorbeeld dat de Egyptische arts en onderzoeker Ahmed Shafik impotentie bij ratten onderzocht door ze verschillende soorten broekjes aan te trekken? Yannick Fritschy

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees verder:

  • De beste zomerboeken van 2016
  • De top 12 beste boeken van 2014
  • De top tien meest wetenschappelijk interessante films van 2013
  • De top 50 wetenschappelijke missers
  • De top 15 uitgekomen voorspellingen uit sciencefictionfilms
  • De top 15 meest opmerkelijke dieren
  • De 13 meest gemaakte wetenschappelijke fouten in Hollywood