Volgens oud-hoogleraar Johan den Dunnen kunnen we meer over onszelf weten door ons DNA, onze genetische code, te leren kennen.

Als iemand de gigantische ontwikkelingen op het gebied van DNA-onderzoek in de afgelopen decennia op de voet heeft gevolgd, is het wel Johan den Dunnen. Hij was tot 2021 hoogleraar genoomtechnologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Ik vind het fascinerend dat zo’n sliertje DNA bepaalt wie we zijn. Daar wilde ik meer van weten.’

Waar hij in het begin van zijn carrière met een beetje geluk vijftig DNA-letters per week las, kunnen we nu de hele menselijke DNA-code van een persoon, alle drie miljard letters, in een dag raadplegen. Den Dunnen pleit ervoor dat we veel meer gebruikmaken van de beschikbare techniek én de schat aan kennis die in ons DNA verborgen ligt.

Spooksteden in de Amazone herschrijven het verhaal van de opkomst van beschavingen
LEES OOK

Spooksteden in de Amazone herschrijven het verhaal van de opkomst van beschavingen

Verdwenen steden die in het Amazonewoud zijn ontdekt, bieden een nieuwe kijk op de ontwikkeling van prehistorische beschavingen.

Toen wetenschappers twintig jaar geleden de menselijke DNA-code gekraakt hadden, waren de verwachtingen hooggespannen, vooral bij buitenstaanders. ‘Er werden onrealistische beloftes gedaan’, zegt Den Dunnen, hoewel het wel is gelukt de oorzaken van bijna alle erfelijke ziektes te vinden. En terwijl we inmiddels veel kunnen zien in ons DNA, wordt weinig daarvan in de praktijk gebracht. Zo beïnvloeden verschillende genen de werking van medicijnen en kun je daarmee een zogeheten medicijnenpaspoort maken. ‘Dat wordt nu nog zeer beperkt ingezet. Dat begrijp ik niet.’

Geen slaaf van je DNA

Nu Den Dunnen met pensioen is, wil hij zijn vrije tijd gebruiken om mensen bewuster te maken van de mogelijkheden van ons DNA. ‘Het is ongelooflijk wat we al hebben gevonden.’

Zo is te zien hoeveel neanderthaler-DNA iemand nog heeft, wat dan weer een kleine invloed heeft op eigenschappen als hoogtevrees en spreken voor publiek. ‘Aanleg voor veel eigenschappen is terug te vinden in het DNA. Alles is óók een beetje erfelijk.’

Dat betekent niet dat je ernaar moet handelen. Den Dunnen: ‘Je bent geen slaaf van je DNA.’ Je omgeving is natuurlijk ook belangrijk. ‘Als je iemand wilt leren kennen, kun je er op dit moment beter vijf minuten mee praten dan een DNA-test doen.’

Genetica, volgens Den Dunnen het meest onderschatte onderdeel van de geneeskunde, is ooit begonnen met trial-and-error. ‘Je probeerde gewoon van alles tot iets aansloeg. Zo gaat het nog vaak. Je denkt te weten hoe het zit, en handelt daarnaar.’

Genetica speelt altijd een beetje mee, als oorzaak of als invloed op de werking van medicijnen. Gerichter zoeken naar een oplossing voor wat er mis is, is mogelijk. ‘Maar we kijken nog zelden of ons DNA mogelijk ook een rol speelt bij gezondheidsproblemen.’

Bitter proeven

Om die mogelijkheden beter te benutten, is het volgens Den Dunnen belangrijk dat iedereen genoeg weet over DNA. ‘Mensen moeten weten wat er mogelijk is met DNA, welke informatie het bevat en welke vooral ook niet. Het gaat erom bewustzijn te creëren.’

Daartoe moet het onderwijs verbeterd worden. ‘Begin al op de kleuterschool. Wie kan er bitter proeven en wie niet? Dat wordt bepaald door één letter verschil in de DNA-code. Na de middelbare school zouden alle mensen voldoende kennis moeten hebben om te beslissen of zij hun persoonlijke DNA-code willen weten.’

Onderwijs over genetica hebben velen wel gehad, maar het zegt mensen niks, vindt Den Dunnen. Het gaat niet over henzelf maar over ziektes die ze niet kennen, zoals taaislijmziekte. ‘In eerste instantie vinden mensen alle nieuwe dingen eng. Als je begint met enge ziektes, schrikt dat af om in je eigen DNA te kijken.’

Door eigenschappen te kiezen die je zelf kunt ervaren, maak je het tastbaar. ‘Het gaat niet over DNA, maar over mij. Ik kan geen bitter proeven, ik heb bloedgroep A. Hierdoor wordt de nieuwsgierigheid om het te begrijpen groter.’

‘We zijn eigenlijk al te laat met de basis van DNA uitleggen, we lopen achter. Maar je moet ergens beginnen. De meeste fouten worden gemaakt bij het begrijpen van de uitslag van een DNA-test. Heb ik een bepaald risico wel of niet? Bij welk genetisch risico trek je de grens om actie te ondernemen? Dat is moeilijk uit te leggen.’

Begin gewoon ergens

Het gesprek blijven voeren is essentieel, vindt Den Dunnen. ‘Ik heb mijn hele carrière gewerkt aan iets waar we heel nuttige dingen mee kunnen doen. Ik vrees dat er een keer iets fout gaat en we dan in de stress schieten en we de mogelijkheden tijdelijk niet meer mogen gebruiken. Laten we gewoon ergens beginnen, met goede wetgeving en met mensen die er zelf voor kiezen. En laten we de gebruiker uitleggen dat we nog niet alles kunnen zien.’

Moet de overheid mensen verplichten een DNA-test te doen? ‘Het lijkt mij onverstandig de kennis uit je DNA-code niet te gebruiken, maar we moeten vooral overtuigen en niet dwingen. Als iemand niet wil: prima.’ Hij zegt verder dat vooral het niet-weten tot angst leidt. ‘Blijf vragen stellen. Eet jij weleens DNA, bijvoorbeeld?’

In het wetenschappelijk tijdschrift Nature verschijnt op 25 april 1953 het artikel van James Watson en Francis Crick waarin zij hun onderzoek beschrijven naar de structuur van het erfelijkheidsmolecuul, DNA. Voor deze mijlpaal ontvingen Watson en Crick in 1962 de Nobelprijs.

Vijftig jaar later, in 2003, maken wetenschappers van het menselijkgenoomproject bekend dat ze de hele menselijke DNA-code hebben ontcijferd.