De kogel is door de kerk: in de Amerikaanse staat Tennessee mag in de biologieles weer openlijk getwijfeld worden aan de evolutietheorie. Aanhangers van de extreem conservatieve Tea Party-beweging (een officieus en radicaal onderdeel van de toch al flink rechtse Republikeinse partij) zorgden ervoor dat ‘intelligent design’ – een alternatief voor evolutie die in Nederland na een korte hype gelukkig alweer snel naar de stapel ‘mislukte ideeën’ werd geschoven – weer helemaal terug is van (nooit echt) weggeweest.
Het is een trend die niet alleen op relatief lokale schaal aan de gang is, maar zich ook landelijk lijkt te voltrekken. Wie de Amerikaanse presidentsverkiezingen een beetje volgt en de wetenschap een warm hart toe draagt, zal zich vermoedelijk ook zorgen maken over de ruk naar rechts die die partij onder invloed van de Tea Party-beweging maakt. En hoewel Republikeinen sowieso al een stevige haat/liefde-verhouding onderhielden met de wetenschap (of de waarheid in het algemeen), lijkt dat nu alleen nog maar erger te worden. Met droge ogen wordt klimaatverandering ontkend, worden door republikeinen (op enkele uitzondering na) grote vraagtekens geplaatst bij de evolutietheorie en verwijzen ze vrijwel allemaal nuttig onderzoek met stamcellen vanwege onduidelijke religieuze ongemakkelijkheid naar de prullenbak.
Het is dan ook niet opmerkelijk dat onderzoek vorige maand nog uitwees dat conservatieve Amerikanen tegenwoordig slechts zeer weinig ophebben met wetenschappelijke resultaten (zie onder andere The Huffington Post). Wetenschap is iets van de elite, van ‘mainstream culture’ en daar moet men zich tegen verzetten – een zorgwekkende ontwikkeling voor iedereen die redelijkheid, waarheid en waardevrije kennisvergaring belangrijk vindt.
Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken
Scheikundige Ina Vollmer heeft een nieuwe, revolutionaire techniek ontwikkeld waarmee plastic kan worden gerecycled.
Als die afkeer van de (veronderstelde) elite u overigens bekend in de oren klinkt, dan kan dat kloppen. Ook in Nederland richt populistisch rechts haar peilen graag op ‘elitair’ links en al haar elitaire linkse hobbies – al wordt de wetenschap daar gelukkig vooralsnog zelden toe gerekend. Toch heeft het genre van ontkenning van klimaatverandering van een Kamerlid als Richard de Mos (PVV) fikse echo’s van de republikeinse methode. Bovendien bleek vorig jaar dat basaal wetenschappelijk onbegrip ook hier in de Tweede Kamer opduikt toen Lilian Helder (ook al PVV) openbaar een hilarisch onbegrip van statistiek tentoon spreidde en zo ongewild een sensatie werd op sociale media als twitter en Facebook.
Desondanks zegt mijn onderbuik dat het hier allemaal zo’n vaart nog niet loopt. Politici (van links en rechts) blazen immers nog altijd hoog van de toren over onze kenniseconomie – zelfs als het gevoerde beleid daar wat bij achterblijft – en prominente politici als Plasterk en Samsom staan bekend om hun gedegen en serieuze wetenschappelijke achtergrond. En wie het complete lijstje met bèta’s in de Tweede Kamer er even bijpakt, wordt al helemaal in slaap gesust. Een snelle zoektocht levert namelijk op dat in elk geval de volgende bèta’s ons in de Tweede Kamer vertegenwoordigen: Farshad Bashir (SP, wis- en natuurkunde), Martijn van Dam (PvdA, technische bedrijfskunde), Teun van Dijck (PVV, technische bedrijfskunde), Jeroen Dijsselbloem (landbouweconomie), Paulus Jansen (SP, bouwkunde), Ronald Plasterk (biologie), Diederik Samsom (PvdA, technische natuurkunde), Henk van Gerven (SP, geneeskunde), Rik Grashoff (GroenLinks, civiele techniek), Anne-Wil Lucas (VVD, Planologie) en Henk Jan Ormel (CDA, diergeneeskunde). &mmp;lt;br />
Dat is zo op het eerste oog toch een heel aardig rijtje. Maar op 150 Kamerleden (onder wie studies als rechten en politicologie veel beter vertegenwoordigd zijn), is een stuk of 12 fakkeldragers van de exacte wetenschap wellicht een wat mager resultaat. Sterker nog: Amerika doet het maar net iets slechter dan wij, met zes ingenieurs, één fysicus, één chemicus, één microbioloog en 22 mensen met diverse medische opleidingen (inclusief 2 psychologen en een dierenarts) op 435 leden van het Huis van Afgevaardigden.
Verschillende Amerikaanse commentatoren en belangengroeperingen vinden het daarom tijd dat meer wetenschappers het politieke podium betreden. Zo deed wiskundeprofessor John Allen Paulos (Temple University) daar in februari nog een oproep toe. Een sentiment waarin hij deze week nog bijval kreeg van fysicus en neurowetenschapper Michael Ham.
Wordt het daarom ook tijd om de gemoederen in wetenschappelijk Nederland op te zwepen en ook zo’n beweging te starten? Ik weet het niet. Maar nu zelfs jongeren zich al organiseren in een landelijke beweging (de G500) om stiekem de partijcongressen van alle partijen naar hun hand te zetten, lijkt de tijd ook voor bèta’s rijp om de politiek over te nemen en alle macht in dit land naar zich toe te trekken. Want zeg nou zelf: al die bèta’s zijn toch meer dan slim genoeg om dat snel voor elkaar te krijgen? Dat lijkt me ook.
Laat de revolutie beginnen!