Een tijdje geleden deed onze printer het niet. Bij ons buurmeisje van elf was juist de computer stuk en zij klopte bij ons aan om iets op internet op te zoeken en uit te printen. Waarop ik zei dat het eerste natuurlijk kon, maar dat het laatste moeilijk werd. Ik had duidelijk buiten de vindingrijkheid van een elfjarige gerekend, want vliegensvlug had ze de printer weer aan de praat. Hiervoor keek ze niet naar de printer – wat ik steeds deed – maar zocht ze via de computer de printer op de een of andere manier op.

Met bewondering keek ik hoe zij intuïtief wist wat ze moest doen. Bij mijn eigen kinderen ben ik er trouwens ook vaak verbaasd over hoe makkelijk ze met allerlei apparatuur omgaan, spelletjes uit mijn mobiel weten te toveren of (als we even niet opletten) aan het hyven slaan via de Blackberry van mijn man.

Kinderen zien al die media veel meer als een verlengstuk van zichzelf. Dat begint al vroeg, zo tussen de 4 en 8 jaar oud, zei communicatie- en mediawetenschapper Marc Deuze tijdens een Studium Generale lezing in Leiden. Veertigplus worstelt met leesbrillen en grijze haren én denkt dat je media nog uit kunt zetten, terwijl voor jonge mensen mobiele telefoons en andere media er net zo bij horen als eten, drinken en slapen.

Wat als je personal coach een tablet is?
LEES OOK

Wat als je personal coach een tablet is?

Wie thuis online een sportcursus volgt, plukt daar net zo goed de vruchten van als wie samen met anderen op locatie sport.

Volgens Deuze gaan we inmiddels gemiddeld zo’n 11 tot 13 uur per dag met media om. Kinderen van de ‘altijd aan generatie’ bedienen moeiteloos meerdere media tegelijk, waardoor ze opgeteld tot zo’n 26 media-uren per dag komen: meer uren dan er in een etmaal zitten! We leven wat hem betreft dan ook niet meer mét maar ín de media.

Hij stelt het tenslotte in zijn verhaal nog sterker: we zijn zelf media. We zetten versies van onszelf op Hyves, Facebook en/of LinkedIn, hebben persoonlijke screensavers en een eigen ringtone op onze mobiel. En steeds spelen de vragen: wat zet ik erop en wat niet? Maak ik mijn profielen overal hetzelfde of pas ik ze aan de situatie aan?

Kinderen die in de media opgroeien zullen deze vragen vermoedelijk veel soepeler oplossen dan menig veertigplus. Zelf schakel ik – voor zover dat nog kan – graag zo nu en dan nog af. Wie weet over een tijdje met het nieuwe boek van Deuze, Media Life, dat hij over dit onderwerp aan het schrijven is.