Astronaut André Kuipers schreef samen met wetenschapsjournalist Govert Schilling ter gelegenheid van de Kinderboekenweek het boek Hoe word ik astronaut? ‘Geloof in jezelf, dan is niets onmogelijk.’
We hebben een afspraak met André Kuipers bij het European Space Research and Technology Centre, het administratieve hart van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in Noordwijk. We manoeuvreren ons door het uitgezette Marslandschap en lopen door naar het model van een cabine van het internationale ruimtestation ISS, waar Kuipers in totaal 204 dagen verbleef.
Voor de nieuwe generatie is astronaut, naast vlogger en profvoetballer, misschien wel het spannendste beroep dat er bestaat. Kuipers vertelt in zijn nieuwe boek op een aanstekelijke manier, ook voor volwassenen, hoe hij zijn doel heeft bereikt.
Spooksteden in de Amazone herschrijven het verhaal van de opkomst van beschavingen
Verdwenen steden die in het Amazonewoud zijn ontdekt, bieden een nieuwe kijk op de ontwikkeling van prehistorische beschavingen.
‘Het was het idee van Govert Schilling, die ken ik al heel lang. Hij vertelde mij dat de Kinderboekenweek over beroepen gaat en wilde met mij een boek schrijven over astronauten. Ik dacht meteen: dat is een geweldig idee. Govert is bij me geweest en hij heeft mij vragen gesteld om de rode lijn in het boek te krijgen.’
Waarom is het belangrijk om over de ruimte te schrijven en te vertellen?
‘De ruimte is een prachtig platform om te laten zien hoe leuk wetenschap en techniek is. Astronaut zijn is iets magisch. Het is avontuurlijk en spreekt enorm tot de verbeelding. Het is een mooie manier om te laten zien dat techniek en wetenschap dat allemaal mogelijk hebben gemaakt. Daarnaast kan je aan de hand van de ruimtevaart ook goed laten zien hoe mooi en kwetsbaar de aarde is – dat is ontzettend waardevol.’
U wilde vroeger graag journalist worden. Toch bent u geneeskunde gaan studeren en heeft u zich niet veel later aangemeld bij de opleiding tot astronaut.
‘De fascinatie voor de ruimte was wel al vroeg aanwezig. Ik kreeg sciencefictionboekjes van mijn oma, vol spannende verhalen over aliens en raketten. Later zag ik foto’s vanuit een raket en films over de ruimte. De ruimtevaart bleek niet alleen spannend, maar ook heel mooi en nuttig.
Ik ben geneeskunde gaan studeren omdat de ruimtevaart nog helemaal niet bestond voor Europeanen. Geneeskunde had voor mij dezelfde drie eigenschappen als de ruimtevaart: avontuur, schoonheid en nut. Het beeld van blauwe zwaailichten op een regenachtige avond en spannende operaties – ik vond het schitterend.
Pas toen ik ging studeren ging Europa meedoen aan de ruimtevaart. En toen was daar ineens Wubbo Ockels, een Nederlandse wetenschapper met een bril. Ik realiseerde me plots dat astronauten helemaal geen supermensen zijn, maar gewoon mensen net als ik. Toen besloot ik dat ik dat ook ging proberen.’
Welke eigenschappen heb je nodig om astronaut te worden?
‘Het allerbelangrijkste is motivatie, je moet het heel graag willen. Daarnaast is het fijn als je een bètapakket hebt. Ook niet onbelangrijk: doorzettingsvermogen en geduld, want het gaat lang duren. Het is niet zo dat je wordt geselecteerd en de volgende dag in een raket zit. Tot slot gaat het ook om je persoonlijke frustratietolerantie. Het gaat nooit zoals je wilt, het is vallen en opstaan. En als het niet lukt, dan probeer je een andere weg. Feit is en blijft: als je iets wilt, dan moet je ervoor gaan.’
Had u al die eigenschappen?
Lachend: ‘Blijkbaar. Dat weet je van jezelf niet. Tijdens de opleiding word je uitgebreid getest: medische keuringen, psychologische tests, interviews. Vooral die psychologische tests vond ik indrukwekkend. Je reactievermogen, je concentratievermogen, maar ook je persoonlijkheid worden allemaal onderzocht. Zo krijgen ze een heel goed beeld van iemand, van wat je kan en wat je potenties zijn.’
Hoe realistisch is de droom om astronaut te worden?
‘De kans was inderdaad superklein. Maar ik dacht: ik het niet probeer, dan lukt het me zeker niet. Dus zo ben ik erin gestapt, ik wilde geen spijt hebben. Tot mijn verbazing kwam ik steeds een ronde verder. Dat is ook een van de boodschappen die Govert en ik met het boek willen uitdragen: als je iets wilt, ga ervoor!’
Stel, ze bellen u en er is een plekje vrij. Zou u weer gaan?
‘Jazeker, ja. Ik zou zo weer instappen, het is een schitterend avontuur. Het nadeel is wel dat de voorbereiding op een professionele vlucht vaak jaren kost. Maar als het een korte voorbereiding is, dan zou ik zo weer gaan. Mars is een ander verhaal, dan ben je wel echt 2,5 jaar weg. Met kinderen thuis is dat natuurlijk minder. Maar ja, ik zou dolgraag ook op Mars staan hoor, fantastisch!’
Hoe ziet u de toekomst van de ruimtevaart voor zich?
‘Vanuit een biologisch evolutionair oogpunt is het een normaal proces dat de mensheid zich verspreidt. Dan heb ik het over ver in de toekomst, over honderden duizenden jaren – maar de eerste stapjes maken we nu. De techniek staat nooit stil. Er komen manieren waardoor wij controle krijgen over energie en materie; dat kunnen wij ons niet eens voorstellen. Ik ben ervan overtuigd dat de mensheid in wat voor vorm dan ook op andere plekken in de ruimte komt.’
Kuipers werd in 1998 geselecteerd als astronaut. Na jaren van training vloog hij in 2004 voor het eerst naar het internationale ruimtestation ISS. Hij voerde elf dagen wetenschappelijke onderzoeken uit in de ruimte. In 2011 keerde hij terug. Ditmaal bleef hij 193 dagen – de langste ruimtevaartmissie tot dan toe. Sindsdien spreekt Kuipers voor jong en oud over het belang van de ruimtevaart voor onze samenleving.