De groene vijvers en kronkelende buizensystemen op het AlgaePARC in Wageningen vormden afgelopen week het decor voor de eerste editie van New Scientist University. René Wijffels, hoogleraar Bioprocess Engineering, sprak met New Scientist-lezers en legde uit hoe onderzoekers van AlgaePARC algen veranderen in efficiënte biobrandstofmakers.

Algeaparc
Lezers van New Scientist bezoeken het Algeaparc in Wageningen.

In een collegezaal van Wageningen Universiteit somt Wijffels de voordelen van biobrandstof uit algen nog eens voor ons op: ‘Algen hebben minder water nodig dan de huidige biobrandstofgewassen, groeien efficiënter en nemen geen landbouwgrond in waar ook voedselgewassen kunnen groeien.’ Bovendien produceren algen ook andere economisch interessante stoffen, zoals eiwitten die geschikt zijn voor verwerking in voedingsmiddelen. In theorie kan een algeninstallatie zo groot als Portugal de hele Europese transportsector van brandstof voorzien, met als bijproduct vierhonderdmiljoen ton eiwit per jaar. In theorie, want in de praktijk weet nog niemand precies hoe je het productieproces efficiënt opschaalt.

Biobrandstof uit algen

Algeaparc
In het Algeaparc fabriceren onderzoekers algen voor gebruik als biobrandstof

In 2011 richtten onderzoekers in Wageningen daarom het AlgaePARC op, een proeftuin voor het productieproces van biobrandstof en bijproducten uit algen. Daar sleutelen onderzoekers momenteel aan kweek- en raffinage-installaties, maar ook aan de algen zelf. ‘Door selectie en genetische modificatie kunnen we eigenschappen die gunstig zijn voor het winnen van biobrandstof combineren’, zegt Wijffels. Voor een uitleg van de verschillende installaties waarin de algen groeien, leidt hij ons naar het terrein van AlgaePARC tussen de weilanden verderop: ‘Het is goed weer geweest, dus het AlgaePARC is nu mooi groen.’

Gaan breinchips die onze gedachten koppelen aan machines de mens verbeteren?
LEES OOK

Gaan breinchips die onze gedachten koppelen aan machines de mens verbeteren?

Hersenimplantaten die mensen met een verlamming de mogelijkheid geven om computers te bedienen met hun gedachten, ontwikkelen zich snel.

Schoepenrad

Onderzoekster Dorinde Kleinegris is ook meegekomen en licht de apparatuur op het terrein toe: ‘We onderzoeken niet alleen in welke installatie de algen het best groeien, maar bijvoorbeeld ook de draaikosten en hoe vaak een systeem stil ligt voor onderhoud.’ Achter haar stuwt een schoepenrad diepgroen water door een ‘raceway pond’, een open vijver. Die zijn goedkoper te bouwen dan de gesloten buizensystemen elders op het terrein, maar ook gevoeliger voor invloeden van buitenaf, zoals regen en ziektekiemen. Welk systeem uiteindelijk het beste op te schalen is en de Europese transportsector van brandstof kan voorzien, durft Wijffels nog niet te zeggen. De onderzoekers op het AlgaePARC hebben in ieder geval nog tot 2015 om dat uit te zoeken.

Zie hieronder hoe kleine piepschuimbolletjes de wanden van de algenbuizen schoonhouden:

Lees verder: