Nog nooit zijn we dichter bij de ontdekking van buitenaards leven geweest dan nu. Dat blijkt uit twee nieuwe boeken die uitgebreid stilstaan bij de wetenschappelijke jacht op aliens.

BuitenaardsLeven_cover1Wie op een nacht naar de sterrenhemel staart, kan verschillende gedachten hebben. Misschien vind je zo’n sterrenhemel heel romantisch, of voel je je nietig ten opzichte van de enormiteit van het universum. ‘En weer een ander vraagt zich af of binnen Sterren dansen op het ijs al op tv is’, schrijft astronoom Lucas Ellerbroek in zijn boek Planetenjagers. Maar er is één vraag die volgens hem bij iedere nachtelijke sterrenkijker wel eens opgekomen is: is de mens alleen in het heelal?

BuitenaardsLeven_cover2Nog nooit zijn we dichterbij een antwoord op die vraag geweest dan vandaag, blijkt uit Planetenjagers en het soortgelijke Vijf miljard jaar eenzaamheid van wetenschapsjournalist Lee Billings. In de afgelopen twintig jaar hebben we namelijk meer dan vijftienhonderd exoplaneten gevonden, schrijft Ellerbroek. Exoplaneten zijn planeten die draaien om een andere ster dan de zon. Sinds 2010 ontdekken astronomen bovendien elke week gemiddeld vijf nieuwe verre planeten. Het is daarom niet vreemd dat de zoektocht naar exoplaneten een heuse wetenschappelijke rage is.

‘Sterrenkundigen verlaten massaal hun oude onderzoeksonderwerpen om op jacht te gaan naar nieuwe planeten’, schrijft Ellerbroek. ‘Langzaam groeit in mij het besef dat er iets groots staat te gebeuren. Dat de collectieve inspanningen van dit kleurrijke, alsmaar groter wordende gezelschap zullen leiden tot een antwoord op de vraag of buitenaards leven bestaat.’

Alienjagers

Net zoiets meent Lee Billings, die in Vijf miljard jaar eenzaamheid eveneens uitgebreid stilstaat bij de jacht op exoplaneten. Billings ruimt daarnaast ook flink wat plek in voor het werk van de pioniers die met radiotelescopen zochten naar radiosignalen van aliens. Deze vorige generatie alienjagers werkte samen in verschillende projecten die zij SETI noemden (search for extra-terrestrial intelligence, de zoektocht naar intelligent buitenaards leven).

Billings begint zijn boek op een heuvel in de buurt van de Amerikaanse Santa Cruz, in Californië. Daar, in een bungalow tussen de sequoia’s, treft hij hét icoon van die vorige generatie: Frank Drake. Drake, inmiddels 81, leidde meer dan een halve eeuw geleden de eerste moderne SETI-zoektocht. Bovendien verwierf hij wereldfaam met zijn Drakevergelijking, een handig rekenhulpje dat onderzoekers helpt bij de schatting van het aantal intelligente beschavingen in de Melkweg.

Radiosignalen

Impressie van planeet Kepler 20-e. Deze exoplaneet is kleiner dan de aarde en draait rond een zonachtige ster. Bron: NASA
Impressie van planeet Kepler 20-e. Deze exoplaneet is kleiner dan de aarde en draait rond een zonachtige ster. Bron: NASA

Helaas constateert Drake dat de zoektocht naar aliens op basis van radiosignalen langzaam in het slop raakt. ‘Er is tegenwoordig gewoon geen geld. En we worden allemaal oud. Er zijn veel jonge mensen die hieraan willen meewerken, totdat ze ontdekken ze dat er geen banen zijn. Geen enkel bedrijf huurt mensen in om te zoeken naar berichten van buitenaardse wezens’, zegt Drake in Vijf miljard jaar eenzaamheid. ‘De meeste mensen schijnen te denken dat daar weinig voordeel te behalen valt. Het gebrek aan belangstelling komt, denk ik, doordat de meeste mensen niet beseffen wat de simpelste ontdekking al zou betekenen. Wat is het waard om te ontdekken dat we niet alleen zijn?’

Die zoektocht naar buitenaards leven leidt Billings langs vele onderzoekers. Billings neemt de tijd. Hij portretteert op een prachtige manier de onderzoekers. Hij bezoekt ze thuis, luistert naar hun persoonlijke verhalen, dromen, suggesties, overwinningen en nederlagen.

Kleinkind

Ellerbroek leidt de lezer op zijn beurt in het wat vlottere Planetenjagers langs andere mensen, maar grotendeels dezelfde onderwerpen als Billings. Hij begint en eindigt zijn boek in het Teylers Museum in Haarlem. Daar tuurde hij als klein ventje samen met zijn opa in een ovale zaal naar koperen bollen, die model stonden voor de planeten in het zonnestelsel.

‘Misschien komt er ooit een dag dat ik mijn eigen kleinkind mee kan nemen naar Teylers Museum’, schrijft Ellerbroek in zijn boek. ‘Tegen die tijd zal de ovale zaal vol staan met planetaria. Duizenden koperen bollen met knikkers in alle soorten en maten eromheen. Op die dag zal ik een van die knikkers kunnen aanwijzen en vertellen dat op die planeet buitenaards leven bestaat. En dan zullen de vragen losbarsten.’

Planetenjagers
Lucas Ellerbroek
Prometheus Amsterdam
Bestel in onze webshop

Vijf miljard jaar eenzaamheid
Lee Billings
Lannoo
Bestel in onze webshop

Lees ook: