We leven niet in één wereld, maar in drie parallelle werelden tegelijk. Met dat bizarre inzicht wil de Nederlandse natuurkundige Walter van Suijlekom ons begrip van de werkelijkheid compleet overhoop gooien.
Ten grondslag aan de ideeën van Van Suijlekom (Radboud Universiteit Nijmegen) ligt het door de beroemde fysicus Albert Einstein bekend gemaakte begrip van de ruimtetijd, het grafiekpapier waarop alles om ons heen rust – of dat nu sterren, planeten, huizen of mensen zijn. Met behulp van een bijzondere rekenmethode uit de wiskunde, wist Van Suijlekom te bewijzen dat er niet één ruimtetijd bestaat, zoals Einstein dacht, maar drie. Op die manier kon hij het bestaan van twee extra schaduwlagen van onze wereld ontcijferen.
Hoewel het begrip lagen suggereert dat er iets tussen die lagen in zit, benadrukt Van Suijlekom dat dat niet het geval is. ‘Er zit geen ruimte tussen de lagen en er bestaat niet zoiets als een ruimte waarin deze lagen zich bevinden’, zegt hij.
‘Einstein liep als theoreticus vast op de nieuwe bevindingen’
Toen de Nederlandse natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes iets geks ontdekte over supergeleiding, was dit onder veel fysici het gesprek van de dag. Maa ...
Fundamentele natuurkrachten
De drie lagen van de ruimtetijd houden verband met drie van de vier fundamentele natuurkrachten die fysici kennen: de elektromagnetische kracht, de zwakke kernkracht (verantwoordelijk voor radioactiviteit) en de sterke kernkracht, die atomen bij elkaar houdt. Elke fundamentele kracht heeft volgens Van Suijlekom een eigen ‘laag’ van de ruimtetijd.
In zijn relativiteitstheorie beschreef Einstein de vierde fundamentele kracht, de zwaartekracht, als een kromming van (één) ruimtetijd. Iets met massa veroorzaakt volgens Einstein een kuil in de ruimtetijd, alsof je een biljartbal op een opgespannen tafellaken legt. Leg je dan een knikker in de buurt van die biljartbal, dan heeft deze de neiging naar die bal toe te rollen, net zoals massa’s dankzij de zwaartekracht elkaar altijd aantrekken.
Kromming van drie ruimtetijden
Van Suijlekom neemt in zijn theorie dat idee van Einstein over en beschrijft de zwaartekracht in dit geval niet als de kromming van één ruimtetijd, maar als de kromming van drie. Zo krijgt hij het voor elkaar om alle vier fundamentele natuurkrachten in één wiskundige beschrijving te vatten.
Met dezelfde theorie voorspelt Van Suijlekom het bestaan van een nieuw deeltje dat hij het sigmadeeltje noemt. Dat deeltje is te zwaar om op te duiken in de Large Hadron Collider, de deeltjesversneller van Cern waarmee eerder het higgsdeeltje werd ontdekt. Wel hoopt Van Suijlekom aanwijzingen te vinden in het heelal voor het bestaan van het deeltje.
Sigmadeeltje
Het sigmadeeltje is bovendien als enige deeltje in staat van de laag van de sterke kernkracht, naar die van de elektromagnetische kracht of die van de zwakke kernkracht te springen. Het higgsdeeltje is als enige in staat heen en weer te springen tussen de lagen van de zwakke kernkracht en die van de elektromagnetische kracht. Alle andere deeltjes zitten of in één laag, of in alle drie tegelijk. Dat laatste is standaard het geval voor grotere voorwerpen en wezens, waaronder mensen.
Volgens de Nijmeegse theoretisch-fysicus Wim Beenakker zijn de ideeën van zijn collega veelbelovend. ‘Een ruimtetijd die uit drie lagen bestaat, zou een mooie verklaring zijn voor wat we in experimenten waarnemen’, zegt hij.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: