Heeft NASA astrobioloog Richard B. Hoover het definitieve bewijs gevonden voor buitenaards leven? Ja, meent hij; nee, denken anderen. ‘Dit onderzoek had beter gepubliceerd kunnen worden op 1 april.’
‘We zijn niet alleen in het universum.’ Zo opende zaterdag een nieuwsbericht op de Amerikaanse nieuwssite FoxNews.com. ‘Buitenaards leven heeft mogelijk veel meer gemeen met Aards leven dat we tot voor kort dachten.’
Aanleiding voor deze schreeuwerige opening was het onderzoek van astrobioloog Richard B. Hoover, verbonden aan NASA’s Marshall Space Flight Center. Hij meent fossiele resten van bacterieel leven te hebben gevonden in door hem bestudeerde meteorieten. Als hij gelijk heeft, levert dat resultaat sterke aanwijzingen dat het leven op aarde best eens een buitenaardse oorsprong zou kunnen hebben.
‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...
Hoover brak voor zijn onderzoek drie koolstofrijke meteorietstenen in stukjes en bekeek de scherven onder een elektronenmicroscoop. Daar vond hij fossielen die qua uiterlijk sterk leken op aardse cyanobacteriën; op algen gelijkende micro-organismen. Er waren overigens ook vormen bij die Hoover niet in staat was thuis te brengen.
Omdat de vermeende fossielen geen stikstof bevatten – een element dat essentieel is voor Aards leven – is Hoover ervan overtuigd dat de bacteriën een buitenaardse oorsprong kennen.
Het nieuws sloeg in als een bom. Berichten over de ontdekking doken binnen de kortste keren op vele websites op – waaronder ook het Nederlandse nu.nl. Hoewel die artikelen – ook de eerste van Fox News – ruimte boden aan kritiek, was de tendens positief. Dat sloeg echter al snel om.
Nee
‘Nee. Nee, nee, nee. Nee nee nee nee nee nee nee nee. Nee, nee. Nee.’ Zo begon de reactie van de bekende wetenschapsblogger en bioloog Paul Meyers, verbonden aan de University of Minnesota Morris, op de vraag of astrobioloog Richard B. Hoover écht buitenaards leven had ontdekt.
Myers plaatste het nieuws in de sectie ‘gekken’ op zijn site en besloot zijn blogbericht als volgt: ‘Ik kijk uit naar het moment dat iemand volgend jaar publiceert dat ze een buitenaards konijn in een meteoor hebben gevonden. En als ze toch bezig zijn, kunnen ze net zo goed een voetafdruk van Bigfoot op het oppervlak toevoegen. Dat zou ongeveer net zo overtuigend zijn als dit verhaal.’
De reactie van Myers staat symbool voor de stevige toon die critici op internet al snel bezigden. Interneticoon Philip Plait was op zijn blog Bad Astronomy nog relatief terughoudend (‘mijn eerste reactie is extreem skeptisch’), maar de reacties van anderen waren over het algemeen een stuk meer uitgesproken.
Zo citeert blogger Alan Boyle van MSNBC op zijn blog een waslijst critici uit wetenschappelijke hoek, die allemaal terughoudend tot uitgesproken negatief zijn. ‘Misschien is het artikel te vroeg verschenen; een meer gepaste datum was 1 april geweest’, zegt NASA astrobioloog David Morrisson in een reactie.
Dubieus
Als Hoover gelijk heeft, is zijn onderzoek baanbrekend. Maar waarom, vragen critici zich hardop af, is het dan niet gepubliceerd in een toonaangevend tijschrift als Science of Nature? In plaats daarvan verscheen het resultaat van Hoover in het tijdschrift The Journal of Cosmology – een vakblad dat alleen online verschijnt en een op zijn best dubieuze wetenschappelijke reputatie heeft. Een blad bovendien, dat binnenkort niet eens meer bestaat – op 14 februari stuurde de redactie nog een controversieel persbericht over het naderende einde rond. ‘Journal of Cosmology houdt op met publiceren – vermoord door dieven en misdadigers’, luidde de veelzeggende kop.
En ook het uitblijven van een officiële reactie van NASA – de werkgever van Hoover – wekt wantrouwen. Zo vraagt NASA Watch blogger Keith Cowling zich hardop af of NASA, Hoover’s onderzoek überhaupt wel steunt. ‘Zo ja, is er dan ergens een voorstel dat hij ingediend heeft voor financiering van zijn onderzoek – en waarom zegt NASA er dan niets over? En zo nee, waarom wordt dit onderzoek dan gedaan bij een NASA-instelling? En, opnieuw: waarom hult NASA zich dan in stilzwijgen?’
Besmet
Toch zijn het niet alleen dat soort indirecte zorgen die de klok slaan. Ook de wetenschappelijke inhoud van Hoover’s artikel leidt tot discussie. Zo vragen velen zich hardop af of de vondst van Hoover wel écht uit de ruimte komt, en niet gewoon het gevolg is van besmetting met aardse bacteriën.
Want hoewel Hoover in zijn artikel bij die vraag stil staat en hem afwijzend beantwoordt, vinden sommigen zijn argumenten niet overtuigend genoeg. ‘Besmetting, hoe onwaarschijnlijk ook, is nog altijd een meer alledaagse verklaring dan buitenaards leven. We moeten heel erg zeker zijn dat besmetting onmogelijk was, voordat we serieus rekening kunnen houden met het idee dat deze structuren inderdaad ruimteleven zijn’, schrijft Plait op Bad Astronomy.
Onduidelijk is onder andere de werkwijze van Hoover bij het steriliseren van zijn instrumenten. Bovendien vermeldt het artikel niet wat er met de meteorieten gebeurd is voordat Hoover ze onder handen kreeg en is het gissen hoe hij de meteorieten precies heeft gespleten.
Ook zijn er serieuze vragen over grootteverschillen tussen de bacteriën die Hoover op de meteoriet gevonden denkt te hebben en dezelfde soort op aarde (dat scheelt volgens afbeeldingen ongeveer een factor 15).
Tot slot ontbreekt een statistische beschouwing op de kans dat een willekeurig gevormde structuur uiterlijk op de bacteriën lijkt die Hoover nu gevonden denkt te hebben – helemaal omdat die bacteriesoort qua uiterlijk nogal eens wil verschillen. Zitten er niet toevallig een paar verleidelijk bacterieachtige vormpjes tussen de achtergrondruis?
Ondanks al die kritiek zijn de resultaten van Hoover – die verder een goede wetenschappelijke reputatie heeft – niet zomaar naar de prullenmand te verwijzen. The Journal of Cosmology heeft de critici daarom uitgenodigd (waarvan 100 zelfs persoonlijk) met kritiek op het onderzoek te komen – kritiek die zij van plan zijn te publiceren.
Tot Hoover’s resultaten kritisch door derden getoetst zijn, blijft het dus (onderbouwd) gissen naar de waarde van zijn onderzoek. Een mooie aanleiding, kortom, voor een uitgebreid spelletje welles/nietes op internet.