Groningen (NL) – Maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen bestaan al jaren. Het is alleen erg moeilijk om de effecten van deze maatregelen te meten. Donderdag 28 september opent het Atmosferisch Meetstation Lutjewad. Dit station heeft de technieken in huis om de koolstofbalans op te maken.


“Dit is het eerste broeikasgasobservatiestation in Nederland,” vertelt Harro Meijer van het Centrum voor IsotopenOnderzoek (CIO). “We kunnen hier nagaan waar de CO2 in de lucht vandaan komt, van uitademende planten, van de verbranding van fossiele brandstoffen als steenkool, olie en gas, of uit de oceaan.” Elke soort CO2 heeft een andere ‘vingerafdruk’. De onderzoekers kunnen zelfs vaststellen of het gas verbrand is door de industrie, die hoogcalorisch gas gebruikt, of door huishoudens, die via een apart gasnet laagcalorisch gas ontvangen.
Het CIO is gespecialiseerd in het meten van variaties in natuurlijke en zeldzame isotopen. In een atoom bepalen de de protonen en neutronen de atoommassa. Het aantal protonen bepaalt welk element het is. Een normaal koolstofatoom heeft zes protonen en zes neutronen en daarom een atoommassa van twaalf. Als een koolstofatoom een neutron meer heeft dan noemen we deze isotoop koolstof-13. Van nature komt de ‘gewone’ koolstof met 99% op aarde voor. De andere procent is koolstof-13. Hoog in de atmosfeer ontstaat onder invloed van straling uit de ruimte koolstof-14, een radio-actieve vorm van koolstof. CO2 afkomstig van plantaardige bronnen, zoals bij verbranden van hout, bevat relatief veel koolstof-14, terwijl CO2 dat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen nog maar weinig koolstof-14 bevat. Uit de metingen in station Lutjewad moet daarom duidelijk worden hoeveel CO2 een kunstmatige of een natuurlijke oorsprong heeft.

Het nieuwe meetstation Lutjewad

Het nieuwe atmosferisch meetstation ligt aan de Noordzeekust. Naast CO2 meten de onderzoekers ook methaan, koolstofmono-oxide en zuurstof. Alleen van CO2 bepalen ze de isotopensamenstelling. De zestig meter hoge mast zuigt op verschillende hoogten relatief schone lucht op. Bij noordwestenwind meten de deskundigen dezelfde lucht een paar dagen later in Hongarije. Door de monsters te vergelijken, kunnen ze nagaan hoeveel broeikasgassen er onderweg bijkomen.
Metingen van isotopen aan atmosferische CO2 stellen extreem hoge eisen aan de meetnauwkeurigheid en vooral aan de herhaalbaarheid van de metingen over lange tijd. Bij het CIO beschikken ze over de juiste apparatuur, zoals massaspectrometers en laseropstellingen. Met de metingen willen de onderzoekers de koolstofkringloop in kaart brengen en nagaan hoe de mens deze beïnvloedt. “Dit nieuwe meestation is onderdeel van het Europese netwerk CarboEurope”, vertelt Meijer. “We moeten zowel groot – als kleinschalig meten en samenwerken met ander onderzoeksgroepen in Europa en de rest van de wereld. Het broeikaseffect trekt zich niets aan van landengrenzen”.

Ingrid van Vilsteren