Pluto heeft waarschijnlijk een vloeibare oceaan, ingeklemd tussen een rotsige kern en een bevroren schil.
Bijna een jaar geleden schoot ruimtesonde New Horizons de scherpste beelden die ooit van het oppervlak van dwergplaneet Pluto zijn gemaakt. Uit deze beelden maakten Noah Hammond en collega’s van Brown University op dat Pluto nooit een samengedrukte vorm van ijs heeft gehad die de oceaan van de dwergplaneet voorgoed gestold zou hebben.
Als Pluto namelijk ooit een vloeibare zee had die op een bepaald moment bevroor, zou de druk van de buitenste ijslaag het onderliggende ijs samenpersen tot een dichte fase die ice-II wordt genoemd. Deze vorm van ijs heeft een volume dat kleiner is dan dat van vloeibaar water.
Thomas Hertog werkte samen met Stephen Hawking en onderzoekt de oerknal
Tijd en natuurwetten zijn voortgekomen uit de oerknal, in een chaotisch proces van toevalligheden, zegt theoretisch natuurkun ...
‘Als de oceanen compleet zouden bevriezen, zou al snel daarna ice-II ontstaan. Dat zou een enorme volumecontractie van Pluto betekenen’, zegt Hammond. Het zou zorgen dat het oppervlak van Pluto gaat rimpelen als de schil van een uitdrogende perzik.
Radioactieve elementen
Maar wat New Horizons zag, was geen rimpelig oppervlak. In plaats daarvan zitten er diepe scheuren in de planeet. Dat suggereert dat Pluto langzaam groeit en dat het normale ijs – dat een groter volume heeft dan vloeibaar water – onder het oppervlak blijft toenemen. Als dit inderdaad het geval is, heeft zich geen ice-II gevormd en moet er iets zijn dat de oceaan vloeibaar heeft gehouden. Waarschijnlijk was dat warmte van verval van radioactieve elementen in de rotsige kern van Pluto.
Het is niet de eerste keer dat iemand oppert dat Pluto een ondergrondse zee heeft. In 2011 zei Francis Nimmo van de universiteit van Santa Cruz dat er een oceaan zou kunnen liggen onder de ijzige schil van de dwergplaneet. De studie van Brown versterkt dit idee. Dit suggereert ook dat de Kuipergordel, de regio van bevroren werelden in de buitenste gebieden van ons zonnestelsel, niet zo droog is als we dachten, zegt Nimmo.
Stoffen voor leven
De manen van gasreuzen, zoals Jupiters maan Ganymedes, hebben vloeibare ondergrondse oceanen omdat de getijdenkrachten van de grote planeet het water heen en weer laten klotsen. Pluto heeft geen planeet bij zich die getijden kan veroorzaken, maar lijkt toch een vloeibare oceaan te hebben. ‘Getijde is dus niet nodig om een vloeibare oceaan te hebben, dat is een belangrijke les’, zegt Nimmo. ‘Het betekent dat andere grote objecten uit de Kuipergordel ook oceanen kunnen hebben.’
Rotsachtige objecten zoals Pluto zijn mogelijk meer geschikt voor leven dan waterachtige manen, zegt Nimmo. De bodem van de oceaan op Ganymedes bestaat uit weer een laag ijs. Pluto heeft waarschijnlijk een rotsachtige oceaanbodem. Dat kan stoffen bieden die nodig zijn voor leven.
En de omgeving droogt voorlopig nog niet op. ‘Het heeft waarschijnlijk al twee of drie miljard jaar bestaan en zal nog wel miljard jaar blijven’, zegt Nimmo.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: