Wie had dat verwacht. Hersentraining zoals museumbezoek en puzzelen versnelt de dementie, blijkt uit Amerikaans onderzoek dat gisteren werd gepubliceerd in het vakblad Neurology.

Hoewel eerder onderzoek aantoont dat hersenstimulerend tijdverdrijf dementie kan uitstellen, lijkt het wanneer de dementie eenmaal is opgetreden het proces te versnellen.

Neuroloog Robert Wilson kwam hierachter door twaalf jaar lang 1157 mensen van 65 jaar en ouder te volgen. Om de drie jaar werden de ouderen ingedeeld op een vijf-punts activiteitsschaal. Hoe vaker iemand bijvoorbeeld musea bezocht, spelletjes speelde of las, hoe hoger diegene op de schaal terecht kwam.

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper
LEES OOK

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper

Niks sneeuwvlokjes. Volgens neurowetenschapper Eveline Crone zijn hedendaagse jongeren juist sterk in een extreem ingewikkelde tijd.

En hoe hoger de schaal, des te sneller de hersenen verslechterden als dementie zich eenmaal had ingezet. Voor mensen met Alzheimer was het effect extreem. Elk punt erbij op de activiteitsschaal, zorgde voor een 42 procent snellere achteruitgang van de hersenen.

Het netto resultaat is dat mensen die goed mentaal getraind zijn korter aan ziekten als dementie en Alzheimer lijden. De ziekte zet immers later in, maar verloopt vervolgens sneller.

Dat de ziekte later optreedt, komt waarschijnlijk doordat mensen die hun hersenen veel gebruiken minder last hebben van een kleine achteruitgang van hun brein. Ze leven dus langer met schade zonder het te merken.

Waarom de ziekte daarna sneller verloopt, komt mogelijkerwijs doordat de ziekte al in een verder gevorderd stadium is als het geheugenverlies zich eenmaal openbaart.

Jet Salomons