Mogelijk stierf de mammoet uit doordat de vegetatie in zijn leefgebied een plotse verandering onderging. Dat oppert een onderzoeksteam van de Zweedse universiteit Lund.
Het is niet de jagende mens die zo’n 10.000 jaar geleden een einde aan de mammoet maakte, maar de opkomst van grassprietjes. Dat concluderen Zweedse wetenschappers naar aanleiding van DNA-onderzoek. Zij ontdekten dat het uitsterven van de mammoet gebeurde toen de overheersende vegetatie veranderde van eiwitrijke kruiden in grassen. Grassen bevatten minder voedingsstoffen dan kruidachtige planten, waardoor de mammoet volgens de onderzoekers al snel tekort kwam.
Bodemmonsters
Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs
Van migrerende planteneters tot toegewijde ouders: paleontologen ontrafelen stukje bij beetje het gedrag van dinosauriërs.
Bron: Royal British Columbia Museum
De mammoeten leefden op koude, maar ijsvrije steppen in wat nu Rusland, Canada en Alaska is. Tot nog toe wisten wetenschappers niet zeker wat de oorzaak was waardoor de mammoet uitstierf. Populaire theorieën wijzen naar klimaatverandering of de jagende mens.
De Zweedse wetenschappers besloten echter bodemmonsters van verschillende tijdperken te verzamelen om de geschiedenis van de vegetatie in beeld te brengen. Uit de bodemmonsters haalden zij DNA-resten van planten. Daarnaast bekeken ze plantenresten die waren achtergebleven in de magen van zoogdieren die in het ijs bewaard zijn gebleven. Zij zagen dat het menu van de mammoet 10.000 jaar geleden een duidelijke verandering onderging. De dieren aten eerst gezonde kruidachtige planten, maar moesten op een gegeven moment met veel minder voedingrijke grassen tevreden zijn. Dat luidde mogelijk het einde van deze soort in, aldus de onderzoekers.