Kinderen die ter wereld komen met twee gescheiden hersenhelften, ontwikkelen nieuwe verbindingen die de twee delen weer samenbrengen. In ‘normale’ hersenen komt dat soort ‘herbedrading’ niet voor.

De hersenen zijn tijdens hun ontwikkeling nog flexibeler dan gedacht. Uit hersenscans van mensen die met met twee gescheiden hersenhelften ter wereld komen blijkt dat de hersenen een soort herbedrading kunnen

Bron: Ivanei Bramati, D'Or Institute for Research and Education, Brazil
Een 3D afbeelding van iemand die zonder corpus collosum ter wereld kwam. Toch is er een zenuwbundel (geel) zichtbaar die de twee hersenhelften met elkaar verbindt.
Bron: Ivanei Bramati, D’Or Institute for Research and Education, Brazil

aanleggen die hun twee helften weer verbindt. Braziliaanse hersenonderzoekers melden hun ontdekking deze week in het vakblad PNAS. Hun resultaat verklaart waarom mensen met die aandoening, genaamd corpus callosum agnesie, gewoon functioneren.

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?
LEES OOK

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?

Faagtherapie kan de toegenomen antibioticaresistentie het hoofd bieden. Deze kleine virussen kunnen specifieke bacteriën doden.

Onderzoekers bestuderen al vanaf de jaren ’60 mensen met gesplitste hersenen. In die tijd onderzochten neurowetenschappers het effect van het doorsnijden van het corpus callosum, het verbindstuk tussen de twee hersenhelften. Dat was een behandeling voor mensen met ernstige epilepsie. De behandeling moest voorkomen dat epileptische aanvallen zich verspreiden van de ene hersenhelft naar de andere.

Mensen die die operatie ondergingen, kregen complicaties, omdat hun twee hersenhelften niet langer met elkaar konden communiceren. Een patient kon bijvoorbeeld geblinddoekt met de linkerhand een object aanraken, maar niet vertellen wat het was. De rechter hersenhelft verwerkt namelijk de motorische prikkels van de linkerhand. Om onder woorden te kunnen brengen wat de linkerhand voelt, moet de rechterhelft de tastbare informatie die hij verwerkt, doorgeven aan de linkerhelft, waar het taalcentrum zit. Door het verwijderen van de brug tussen de helften kon de patient het object niet identificeren.

Als diezelfde persoon met zijn rechterhand hetzelfde object aanraakt, gaan de signalen regelrecht naar de linkerhersenhelft. In dat geval kan de patient het object wel benoemen, omdat de signalen langs het taalcentrum in de linkerhersenhelft kunnen gaan.

Nieuwe verbindingen

Opvallend genoeg kunnen kinderen die ter wereld komen zonder een corpus callosum dergelijke testen foutloos uitvoeren zodra ze oud genoeg zijn om eraan te kunnen deelnemen. Het is duidelijk dat hun hersenhelften kunnen communiceren, maar onderzoekers wisten tot nu toe niet hoe dat gebeurt.

Fernanda Tovar-Moll en haar collega’s van het D’Or-instituut voor onderzoek en educatie in Rio de Janeiro vonden de oplossing. Het onderzoeksteam maakte MRI-scans van zes vrijwilligers die geen of een zeer misvormd corpus callosum hebben terwijl ze benoemingstestjes deden. Daaruit bleek dat de hersenen van de proefpersonen verbindingen tussen de twee hersenhelften hebben ter compensatie van een ontbrekend corpus callosum. ‘Die verbindingen komen niet voor in normale mensen’, zegt Tovar-Moll.

De proefpersonen waren tussen de zes en de 33 jaar oud, maar Tovar-Moll vermoedt dat die nieuwe verbindingen zich vormden toen de hersenen nog in ontwikkeling waren in de baarmoeder. Het corpus callosum vormt zich tijdens de tiende week van de zwangerschap, dus het is waarschijnlijk dat herbedrading in hetzelfde gebied kort daarna begint, zegt ze. Dat betekent volgens Tovar-Moll dat de hersenen zeer flexibel zijn.

Lees verder: