Astronaut André Kuipers is eenmalig gasthoofdredacteur van het populair wetenschappelijke tijdschrift New Scientist. De speciale editie waarop hij zijn nadrukkelijke stempel drukte, verschijnt op 15 december.
In een uitgebreid interview in ‘zijn’ nummer gaat Kuipers dieper in op de menselijke verkenning van de kosmos. Als een van de weinigen die het voorrecht hebben geproefd om de blauwe knikker die wij als thuis beschouwen van buitenaf te bekijken, heeft hij op dat onderwerp een unieke blik. ‘We hebben de oceanen, bergen, poolgebieden, woestijnen en de lucht allemaal al overwonnen. De ruimte is de volgende stap. Mensen willen zich verspreiden’, stelt Kuipers in het interview.
Uiteindelijk veroveren wij volgens hem niet alleen de andere planeten in ons zonnestelsel, maar Kuipers denkt dat we zelfs ooit naar andere sterren dan de zon zullen vliegen. Al zal dat nog even duren vanwege de gigantische afstanden die je daarvoor moet overbruggen. ‘Volgens de huidige wetten van de natuurkunde kunnen we niet sneller vliegen dan het licht. Maar zeg nooit ‘nooit’ in de wetenschap’, zegt Kuipers. Bovendien zijn er volgens hem ook alternatieven, zoals generatieschepen, mensen invriezen voor hun lange kosmische reis of mensen die het einde van de reis halen omdat ze simpelweg veel ouder worden dan nu. ‘Ik denk echt dat er ooit mensen – of de evolutionaire nazaten van mensen, misschien zijn we tegen die tijd wel halve machines – bij andere sterren zullen komen. Dat gaat gebeuren.’
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Ruimteschip aarde
Voorlopig is het nog niet zover, maar wanneer je niet net als Kuipers de ruimte kan verkennen, hoef je niet te wanhopen. Een stukje van die ervaring ligt voor iedereen voor het oprapen, want de aarde zelf is volgens Kuipers ook gewoon een ruimteschip. ‘Mensen beseffen niet dat ze recht het heelal inkijken wanneer ze ’s nachts naar boven kijken’, zegt Kuipers in het interview. ‘Wanneer je een zonsverduistering ziet, zie je ons zonnestelsel. Als je op een hele donkere plek bent – een woestijn ofzo – dan word je opgezogen door ons melkwegstelsel. Zie je het noorderlicht, dan ben je onderdeel van een groter geheel. Ik voel me hier op aarde gewoon astronaut. We zijn allemaal onderdeel van het heelal.’
Donkere materie
In het speciale nummer van New Scientist is overigens niet alleen aandacht voor (bemande) ruimtevaart. Zoals het Kuipers past, heeft hij zich voor de volle honderd procent ingezet voor het nummer. ‘Vroeger heb ik erover gedacht om journalist te worden, en als gasthoofdredacteur kon ik mij volledig uitleven. Samen met de redactie heb ik stukken bedacht die heel dicht bij mijzelf staan’, zegt Kuipers. ‘Natuurlijk zijn dat verschillende artikelen over (Nederlandse) ruimtevaart, maar ook een prachtig artikel over Jan Hendrik Oort, de geestelijk vader van donkere materie. Ook vond ik het interessant om maatschappelijke thema’s als ontbossing, dijkbewaking en de stofwisselingsziekte MPS-6 te behandelen.’
Op verzoek van Kuipers hebben historicus Herman Pleij en cabaretier Hans Sibbel een column geschreven. Ook wiskundige Ionica Smeets, auteur Govert Schilling en Space Expo-directeur Rob van den Berg komen in het nummer terug.
Hoofdredacteur
‘Aan André Kuipers is een echte hoofdredacteur verloren gegaan’, zegt Jim Jansen, hoofdredacteur New Scientist. ‘Hij bemoeide zich niet alleen met de uitwerking van de stukken, maar ook met het beeld en de opmaak. Daarnaast dacht hij er actief aan mee hoe je het blad zo aantrekkelijke mogelijk kunt maken – verfrissend.’
Het nummer wordt op dinsdag 15 december om 13.00 uur gepresenteerd in wetenschapsmuseum Nemo in Amsterdam. Dit speciale nummer van New Scientist kunt u nu al bestellen in de webshop. Abonnee’s ontvangen het nummer vanzelf thuis.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Meer lezen: