Met aanwijzingen op een vijftig jaar oude foto ontrafelde een historicus de mysterieuze code die staat beschreven op een eeuwenoud Babylonisch kleitablet over astronomie. Tot nu toe was onbekend wat de inscripties inhielden.

foto: British Museum/Mathieu Ossendrijver
Foto: British Museum/Mathieu Ossendrijver

Op de steen staat een schema dat Jupiters plaats in de sterrenkundige dierenriem voorspelt. Het laat zien dat Mesopotamische astronomen complexe geometrische technieken ruim 1500 jaar eerder beheersten dan Europese wetenschappers

Trapezium

De steen lag tientallen jaren onopgemerkt in de spijkerschriftcollectie van het British Museum in Londen. Museumbezoekers die op zoek waren naar spijkerschrift over astronomie, gebruikten daarbij meestal een lijst die was opgesteld door de voormalige curator, waarop de steen niet voorkwam.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

Op deze lijst stonden wel onder andere vier kleitabletten die een trapeziumvorm noemen in een beschrijving van Jupiters baan. Dat was altijd erg verwarrend. Want hoewel geometrie wel vaak werd gebruikt in Babylonische wiskunde, dachten historici dat de Babylonische astronomie was gebaseerd op rekenkunde, zodat het trapezium niet logisch was.

De doorbraak kwam in 2015. De Nederlander Mathieu Ossendrijver van de Humboldt-universiteit in Berlijn kreeg toen een stapel foto’s van een collega. Op die foto’s stonden spijkerschrifttabletten van 100 tot 200 jaar voor Christus. Deze waren opgegraven in Babylon en Uruk in de 19e eeuw en naar het British Museum gebracht.

Foto: British Museum/Mathieu Ossendrijver

Ossendrijver kende de collectie in het museum goed. Maar een van de tabletten waarop een berekening van Jupiters baan stond, was hem onbekend. Het was geen onderdeel van de lijst astronomisch spijkerschrift van het museum, maar hij realiseerde meteen dat dit kans bood om de betekenis van het trapezium te ontrafelen. ‘Toen ik dit tablet vond, dacht ik meteen aan de andere tabletten waarvan ik er een paar zelf had vertaald’, zegt Ossendrijver. ‘Ik begreep ze alleen nooit.’

Dierenriem

De nieuw ontdekte berekeningen en de mysterieuze tekeningen van het trapezium zijn recepten voor hetzelfde proces. Ze laten zien hoe je Jupiters plaats in de dierenriem kunt voorspellen. De sterrenbeelden in de dierenriem waren voor de Babyloniërs een belangrijk coördinatensysteem voor het berekenen van hemelposities. Dit was nodig vanwege de centrale rol van astrologie in de Babylonische cultuur. Daarmee deden ze bijvoorbeeld ook weersvoorspellingen en bepaalden ze de prijs van goederen.

Maar voor historici is interessanter hoe het algoritme werkt dat Jupiters positie voorspelt. Ossendrijver denkt dat de schuine top van het trapezium laat zien hoe snel Jupiter langs de hemel trekt nadat de planeet boven de horizon verschenen is. De Babyloniërs gebruikten het gebied binnen het trapezium om uit te vinden wanneer Jupiter te zien is. Daarbij gebruikten ze hetzelfde verband tussen snelheid en verplaatsing als nu wordt onderwezen in inleidende lessen in differentiaalrekening.

Dat maakt dit de enige bekende geometrische methode uit de Babylonische astronomie. Het is ook anders dan Griekse astronomie, waarin vormen wel werden gebruikt om dimensies van ruimte en tijd weer te geven, maar niet voor zoiets abstracts als snelheden.

Modern

De Babylonische methode deed een goede voorspelling. Geleerden uit Oxford en Parijs maakten in de 14e eeuw een zelfde soort beschrijving met betrekking tot snelheid en verplaatsing. Ze verbonden dit zelfs aan de trapeziumvorm. De ideeën die ze hiermee beschreven, waren de voorgangers van de differentiaalrekening die later werd ontwikkeld door Newton en Leibniz. De Babyloniërs hadden deze kennis dus al veel eerder. ‘Het is erg modern en hoogst onverwacht’, zegt Ossendrijver.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees ook: