Natuurlijk willen we de natuur op de Noordpool beschermen. Maar wat als we daardoor energie of inkomsten mislopen?
Als het gaat om de olieboringen van Shell is de bevolking van Alaska verdeeld. Aan de ene kant brengt de industrie hun werkgelegenheid en economische groei. Belasting betalen hoeven ze niet; aan het eind van het jaar krijgen ze zelfs een smak geld van de staat op hun bankrekening gestort. Scholen, vliegvelden, wegen, vrijwel alles wordt gefinancierd door de olie- en gasindustrie. Aan de andere kant maken volkeren als de Inupiat zich zorgen om de schade die olievervuiling kan veroorzaken aan walrussen, walvissen en zeehonden, waar zij voor hun voedsel afhankelijk van zijn. Een lastige keuze dus. Gelukkig zijn dit soort risico’s voor de rest van de wereld een ver-van-mijn-bed-show. Toch?
Witte walvissen
Ik heb zelf altijd enorm kunnen genieten van de natuur. Kijken naar wilde dieren en tot rust kunnen komen in mooie landschappen is mij veel waard. Dit werd mij weer eens duidelijk toen ik vorig weekend mocht genieten van een grote groep beloega’s, de witte walvissen van het noorden, in de Isfjord. Ruim drie uur lang kon ik zien hoe ze in het ondiepe water jagen op kleine scholen vis, wat gepaard ging met het nodige gefluit en gepiep. Voor mij is het kunnen aanschouwen van deze unieke dieren met enorme gletsjers op de achtergrond genoeg reden om dit – ogenschijnlijk – ongerepte gebied te willen beschermen.
Dit is hoe we wiskundefobie te lijf kunnen gaan
Sarah Hart vertelt hoe we de angst voor getallen en formules weg kunnen nemen.
Niettemin kan ik me ook goed voorstellen dat dit voor bedrijven en overheden anders ligt. Als er inkomsten of energievoorzieningen tegenover staan, moet de natuur van genoeg waarde zijn om bepaalde risico’s niet te nemen.
De waarde van deze natuur wordt steeds vaker niet meer alleen gebaseerd op wat een industrie eraan kan verdienen, maar ook op de overige ecosysteemdiensten. Een ecosysteemdienst is een dienst die door de natuur aan de mens wordt geleverd. Dit kan een product zijn zoals voedsel en olie, een regulerende dienst zoals het zuiveren van water, een culturele dienst als toerisme, of een ondersteunende dienst die al het bovenstaande helpt zoals bodemvorming. Behalve walrussen als voedsel voor de Inupiat en grote oliereserves, biedt het poolgebied nog een aantal belangrijke ecosysteemdiensten aan de rest van de wereld.
Longen van de wereld
Wist je bijvoorbeeld dat niet regenwouden, maar oceanen de belangrijkste ‘longen van de wereld’ zijn? Met behulp van zonlicht zet het plankton koolstofdioxide om in voedsel en zuurstof. Deze primaire productie zorgt zo voor 50 tot 85 procent van de zuurstof in de atmosfeer. De Arctische Oceaan is verantwoordelijk voor 5 tot 14 procent van de globale CO2-opname en speelt hierin dus een belangrijke rol. Behalve zuurstofproductie en CO2-opname is de Arctische primaire productie ook belangrijk voor een hele hoop diersoorten.
Omdat primaire productie afhankelijk is van licht, en het op de Noordpool in de winter alleen maar donker is, vindt er in het voorjaar een heuse explosie van voedsel plaats. Vis- en vogelsoorten migreren naar het hoge noorden om hiervan te profiteren en zijn sterk afhankelijk van deze voedselbron voor hun voortplanting.
Deze regulerende en ondersteunende ecosysteemdiensten van de primaire productie zijn dus van globaal belang, maar misschien lastig uit te drukken in economische waarde. Een dienst waarvan de waarde gemakkelijker te bepalen is is het voorzien van vis. Ongeveer 10 procent van de wereldwijde visvangst komt uit het poolgebied en vormt dus een belangrijke bron van voedsel en inkomsten. Ook het toenemende toerisme kan een grote rol gaan spelen in de waarde van het noordpoolgebied.
De totale globale waarde van al deze ecosysteemdiensten – van visserij tot het gewoon mooi vinden om naar beloega’s te kijken – is misschien lastig te bepalen, maar kan een belangrijke rol spelen in grote beslissingen die onder andere de bevolking in Alaska verdelen.
Het risico van olieboringen in het poolgebied hangt echter niet alleen af van de waarde van het gebied, maar ook van de kans op schade. Hoe groot is de kans nou echt dat er iets misgaat?
Komende week hoop ik meer te leren over het simuleren hiervan en of het echt zo erg is als de media en milieuactivisten claimen.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: