Tussen alle sombere berichten over Griekenland, de oplopende werkloosheid en de stagnerende huizenmarkt was er in elk geval één lichtpuntje: consumenten blijken ‘beduidend minder somber’ over de economie dan een paar maanden geleden.
Sterker nog, signaleerde het CBS vrijdag, al twee maanden zijn we ‘minder negatief’ dan de voorliggende maand. Het consumentenvertrouwen is nog wel erg laag, er is in elk geval sprake van een ‘verrassende opleving van het vertrouwen’, zo vernam ik.
Raarrrr. De kranten staan vol ellende, we hebben een Koningslied waarvan je tenen spontaan kromtrekken en toch zegt de consument: eigenlijk gaat het een stuk minder beroerd dan ik vorige maand nog vond.
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
Gelukkig is er het weer. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald door burgers een aantal vragen voor te leggen over hun humeur, en laat die enquête nu net hebben plaatsgevonden toen het lekker weer werd. ‘Misschien heeft dat het cijfer iets beïnvloed’, opperde een mevrouw van het CBS zaterdag in de Volkskrant.
Ja, zo lust ik er nog een. Misschien komt het toegenomen consumentenvertrouwen doordat we zicht hebben op een nieuwe koning. Beatrix maakte haar abductie, of hoe heet het, immers precies publiek voorafgaand aan de mysterieuze uitbraak van consumentenvertrouwen.
Of wacht, het komt door de paus. Benedictus kondigt aan dat hij het mijtertje erbij neergooit, en hup, kríjgt me dat consumentenvertrouwen toch een boost.
Of nee, die meteoriet die neerviel in Rusland natuurlijk! Het noopt toch tot relativering, als er opeens een ruimtesteen uit de lucht komt vallen. Morgen kan het zomaar zijn afgelopen. Dus wat zou je gaan zitten mieren over je pensioenpremie en je zorgverzekering, daar op je nietige planeetje.
Goed, goed, u snapt: het kan natuurlijk van alles zijn. Zelfs dom toeval. Lijntjes die alsmaar naar beneden gaan, hebben nu eenmaal de neiging ooit ook weer iets omhoog te komen. Sinds het consumentenvertrouwen eind 2007 door de nullijn zakte, gebeurde het al 7 keer eerder dat het consumentenvertrouwen twee maanden achtereen weer wat opveerde.
En telkens waren er bollebozen in stropdas die prima wisten te duiden waarom dat gebeurde. Het kwam door de aandelenbeurs, waar het net weer wat beter ging. Het kwam doordat de verkiezingen erop zaten. Het kwam door Obama. De Olympische Spelen. De nieuwe iPhone, de meevallende jaarcijfers van bedrijf X.
Wie iets positiefs zoekt, kan altijd wel wat vinden, maar wie door zijn ooghaartjes kijkt, ziet toch vooral gewoon een lijntje dat zich bibberend in de diepvriesregionen van het consumentenvertrouwen verschuilt, hopend op betere tijden.
Hierin verschilt economie van wetenschap: bij wetenschap kun je vooraf voorspellen wat er zo ongeveer gaat gebeuren, bij economie is men vooral bedreven in voorspellingen achteraf. Ongeveer zoals de waarzegger ook altijd achteraf perfect weet te vertellen wat er van zijn voorspellingen wel en niet is uitgekomen.
Nu ik eraan denk: het valt me op dat het op en neer gaan van het consumentenvertrouwen verontrustend precies samenvalt met de hoeveelheid blogs die ik post. Toen ik afgelopen najaar een aantal blogs achter elkaar postte, dook het consumentenvertrouwen plotseling tien punten naar beneden. En nu ik de afgelopen maanden wat minder tijd had… affijn: ‘verrassende opleving van vertrouwen consument’, ‘voorzichtig herstel van vertrouwen’.
Misschien is het voor ons allemaal het beste als ik mijn geblog een poosje staak?