Als ‘knuffelhormoon’ heeft oxytocine een flinke reputatie hoog te houden. Maar veel van wat we dachten te weten over dit liefdesmolecuul is mogelijk onjuist, stelt Simon Oxenham.
Oxytocine wordt gemaakt door de hypothalamus en heeft invloed op de hersenen. Het hormoon is belangrijk bij sociale binding, seks en zwangerschap. Ook zou het vertrouwen tussen mensen versterken. Maar dit laatste effect wordt nu in twijfel getrokken nadat een aantal studies de klassieke experimenten herhaalden en daarbij niet de verwachtte resultaten vonden.
Paul Zak van het Centre for Neuroeconomic Studies in Californië maakte zijn hypothese over oxytocine als ‘moraalmolecuul’ beroemd in 2011. Hij spoot toen wat van het hormoon de lucht in terwijl hij een TED talk hield. Daarbij legde hij uit dat mensen die een spel spelen waarbij ze elkaar geld moeten uitlenen, elkaar meer vertrouwen wanneer ze eerst wat oxytocine via hun neus binnenkregen.
Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?
Maar verschillende onderzoeksteams die dit experiment herhaalden konden, dit resultaat niet vinden. Gideon Nave en zijn collega’s van het California Institute of Technology schreven afgelopen november een review over een aantal onderzoeken naar oxytocine. Hun conclusie was dat het hormoon geen effect heeft op vertrouwen van mensen wanneer het via de neus wordt toegediend.
Gesloten envelop
Nave en zijn team zijn niet de enigen die de hypothese van het ‘moraalmolecuul’ in twijfel trekken. In 2012 publiceerden Moïra Mikolajczak en haar collega’s van de Université Catholique de Louvain in België hun onderzoek. De resultaten hiervan ondersteunden het idee dat oxytocine invloed heeft op vertrouwen. Het onderzoek bestond uit een vragenlijst over het seksleven en de fantasieën van proefpersonen. Ze ontdekten dat proefpersonen die eerst via de neus oxytocine opsnoven minder vaak hun envelop dichtplakten voordat ze die inleverden bij de begeleidende onderzoeker.
Het effect was behoorlijk groot. Voor proefpersonen die waren behandeld met oxytocine was het 44 keer waarschijnlijker dat ze hun envelop slechts dichtgevouwen teruggaven. Dit suggereerde dat de behandelde proefpersonen erop vertrouwden dat de onderzoeker bij wie ze hun vragenlijst moesten inleveren niet stiekem een kijkje zou nemen.
Publicatiebias
Maar het team van Mikolajczak trekt de eigen bevindingen nu in twijfel. Het lukte hen namelijk twee keer niet om dezelfde resultaten te behalen. Volgens het team was de oorspronkelijke conclusie niet juist geweest. Toch wilde het wetenschappelijk tijdschrift waarin hun eerste onderzoek was verschenen de vervolgstudies met tegenvallende resultaten niet publiceren.
Het team vraagt zich nu af of er een publicatiebias is. Mogelijk worden studies waarbij oxytocine via de neus wordt toegediend eerder gepubliceerd wanneer het resultaat positief is. Hun eigen ervaringen suggereren dat dit het geval is.
Het team maakte bekend dat van hun 25 experimenten naar oxytocine alleen de eerste liet lijken dat oxytocine invloed heeft op vertrouwen.
De studies leverden vijf gepubliceerde artikelen op. Hiervan was er maar één die een onderzoek beschreef dat geen resultaat opleverde. De onderzoekers hadden herhaaldelijk naar een aantal tijdschriften artikelen gestuurd van onderzoeken waaruit geen effect bleek, maar deze werden niet geplaatst. Dit laat zien dat het voor het team veel moeilijker was om onderzoeken met een negatieve uitslag gepubliceerd te krijgen.
Verborgen negatieve resultaten
‘Ons oorspronkelijke enthousiasme over de bevindingen over oxytocine via de neus is over de jaren langzaam verdwenen. We zijn nu nogal sceptisch,’ schrijven de onderzoekers.
Nave heeft vermoedens dat experimenten als deze statistisch vergelijkbaar zijn met een dobbelsteen met twintig kanten. Elke keer dat iemand test of oxytocine effect heeft onder bepaalde omstandigheden is er een kans van één op twintig dat een positief resultaat wordt gevonden. ‘Als er genoeg studies worden gedaan zal je uiteindelijk elke hypothese kunnen ondersteunen met ‘wetenschappelijk bewijs’’, zegt Nave.
Als andere mensen de zelfde ervaring hebben als Mikolajczak, kunnen duizenden negatieve resultaten verborgen liggen in bureaulades. Andere onderzoekers ondersteunen deze mogelijkheid.
Er zijn nu zelfs mensen die zich afvragen of opgesnoven oxytocine de bloed-hersenbarrière wel kan passeren. Als dat niet zo is, dan is het onwaarschijnlijk dat het hormoon via de neus een sterk effect heeft op gedrag.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: