Kunnen we vertrouwen op de wetenschap? Je kunt die vraag op verschillende manieren opvatten. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of wetenschappers eerlijk zijn (ik noem geen namen, Diederik Stapel). Je kunt je ook afvragen of wetenschap intrinsiek goed of slecht is. Het bouwen van de atoombom was slecht, dat lijkt iedereen duidelijk, maar is de wetenschappelijke kennis achter de atoombom dan ook slecht? En stel dat het zo is, zijn dan ook kerncentrales intrinsiek kwaadaardig?
De nachthemel wordt een knipperende kermis
Columnist Ans Hekkenberg schilt een appeltje met bedrijven die lomp omspringen met de nachthemel.
Je kunt je bijvoorbeeld ook afvragen of je de wetenschap kan vertrouwen wanneer je in een vliegtuig stapt. Aerodynamica is wetenschap. De motoren van het vliegtuig zijn gebouwd met wetenschap. Alle schakelaartjes en knopjes in de cockpit ook. Als je dus niet vertrouwt in wetenschap, dan zul je niet ver komen.
Elke discussie die ik over het onderwerp heb, leidt altijd naar dezelfde basisvraag: wat is wetenschap eigenlijk? Volgens de mathematisch-fysicus Robbert Dijkgraaf is wetenschap niets anders dan georganiseerd scepticisme. We willen steeds meer weten, en we hebben ook steeds meer informatie tot onze beschikking. We studeren allemaal aan de Universiteit van Google, waardoor we allemaal wetenschappers zijn. Oneindig veel informatie is binnen handbereik in de zogeheten ‘global village’. We moeten alleen voorzichtig zijn hoe we daarmee omgaan. Zoals Dijkgraaf verwijst naar een uitspraak van kosmoloog Martin Rees, ‘the global village will have its global village idiots’.
Maar hoe je het wend of keert, in bovenstaande Talk van TEDxRadboudU pleit Dijkgraaf dat we wetenschap kunnen en moeten vertrouwen. Wetenschap beschrijft hoe alles werkt. Het is de reden dat we zeker zijn dat morgen de zon weer opgaat, we op aarde blijven staan zonder eraf te vliegen, en we niet van onze fiets vallen. Ik vind het persoonlijk wel prettig om me niet over dat alles druk te hoeven maken.