Het is wel even wennen: Politici die zich afvragen of u wel gelukkig bent. Sterker nog, ze willen het officieel gaan meten! Nou, daar zullen ze gauw van terugkomen

Het begon vorig jaar met president Sarkozy die liet weten dat hij voortaan niet alleen wilde weten hoe het met het Franse Bruto Nationaal Product gesteld is, maar ook met geluk en welzijn in Frankrijk. En afgelopen week liet de Britse premier David Cameron weten dat hij voortaan het Brits nationaal geluk wil laten meten. Jil Matheson, de national statistician , moet de enquêtevragen gaan voorbereiden en begin volgend jaar moeten de eerste resultaten binnenrollen.

Van waar deze uitbraak van bezorgdheid? Dat is nogal wiedes: overal wordt hard bezuinigd, het leven is niet leuk meer en dus willen politici dolgraag weten wat de stemming in het land is. Om te zien welke maatregelen echt bijten, en waar, en welke niet. Waar nog meer te halen valt. De laatste keren dat zoiets van overheidswege gebeurde, was tijdens de Tweede Wereldoorlog, in Engeland en Duitsland. Toen kregen Churchill en Goebbels dagelijks zeer openhartige verslagen van wat er op straat werd gezegd. Zeer leerzaam, allemaal en ze zorgden er dus wel voor dat niemand die was afgeluisterd, en iets ontoelaatbaars zei, daarvoor werd gestraft.

Wat als je personal coach een tablet is?
LEES OOK

Wat als je personal coach een tablet is?

Wie thuis online een sportcursus volgt, plukt daar net zo goed de vruchten van als wie samen met anderen op locatie sport.

Officieel zijn de heren bezorgde politici nergens bang voor, maar zijn ze bekeerd dankzij een oproep van de economen (en Nobelprijswinnaars) Joseph Stiglitz en Amartya Sen. Zij vinden dat regeringsleiders verder moeten kijken dan de centen. Ze zouden niet alleen moeten letten op economische groei, maar ook op geluk en duurzaamheid. Dat laatste woord, dat werd blijkbaar niet verstaan, maar welzijn: ja natuurlijk! Sarkozy zag zich onmiddellijk als de zorgzame père van de Franse natie. En toen kon Cameron natuurlijk niet achterblijven. En Rutte? Hij geeft ooit geroepen dat de overheid geen geluksmachine is, maar gezien zijn verlangen mee te doen met de grote jongens, zullen de enquêteurs binnenkort ook bij ons aanbellen met de vraag of u gelukkig bent.

Wat zullen we zeggen? Geluk meten is geen nieuw idee, dus de uitkomsten staan redelijk vast. Ten eerste: gemiddelde welvaart zegt in Europa bijna niks. Als we ons beperken tot de rijke westerse landen gaat, is er géén correlatie tussen welvaart en geluksgevoel. Dat is goed nieuws voor die bezorgde politici: mensen, geld maakt niet gelukkig. Lever nog maar wat in. Maar wie nauwkeuriger kijkt, ontdekt iets anders. Het gemiddeld nationaal geluk hangt af van de binnenlandse inkomensverschillen. Zijn die verschillen groot, dan is men gemiddeld minder gelukkig. (Niet alleen de armen, ook de rijken zijn dan minder gelukkig.) Hoe platter de inkomensverdeling, hoe gemiddeld gelukkiger we zijn.

Dat is ook exact de reden waarom Stiglitz en Sen hun oproep deden. Zij verwerpen het traditionele blind staren op het bruto nationaal product precies omdat dat getal niks zegt over de verdeling van inkomen. Rijk en ongelukkig kunnen gemakkelijk samen gaan. De oude utilitaristische opvatting dat een regering moet zorgen voor het meeste geluk voor de meeste inwoners , en dus simpel voor een immer stijgend BNP, heeft in de economie allang afgedaan. Meer geld maakt alleen gelukkig als het rechtvaardig wordt verdeeld.

En dat zullen die geluksmetingen straks laten zien: ongelijkheid maakt ongelukkig. Landen en regio s met een rechtvaardiger inkomensverdeling zijn gelukkiger. Precies wat de Sarkozy s en Camerons niet willen horen.

Geluk duurt maar kort, zeggen ze. De hype van de bezorgde regeringsleider duurt vast nog veel korter.