De wereld is slecht voorbereid op een onvermijdelijke ramp: de herhaling van de grootste vulkanische uitbarsting uit de geschiedenis, betoogt Bill McGuire.
Tweehonderd jaar geleden kookte een tropische vulkaan op spectaculaire wijze over. Bij de kolossale ontploffing die daarop volgde, kwamen meer dan 70.000 mensen in de regio om. De vulkaan Tambora op het Indonesische eiland Soembawa knalde bij die uitbarsting meer dan 200 miljoen ton sulfaatdeeltjes de atmosfeer in. De deeltjes verduisterden de zon en veroorzaakten een dramatische afkoeling waarvan de gevolgen een halve wereld verder nog merkbaar waren.
Dankzij de klimaatopschudding die dat veroorzaakte, werd 1816 bekend als ‘het jaar zonder zomer’. In Noord-Amerika en Europa mislukte de oogst, wat een grote crisis in de westerse wereld veroorzaakte. Hongersnood, opstanden en ziektes waren in veel landen het gevolg.
Heersen zwermen killerdrones straks over het slagveld?
Een luchtruim gevuld door kunstmatig intelligente killerdrones, die autonoom bepalen wie blijft leven en wie zal sterven. Hoe waarschijnlijk is dat?
Tweede ‘Tambora’
Grote delen van de wereld waren door de ramp verrast. Zijn we tegenwoordig net zo onvoorbereid als een tweede ‘Tambora’ zich morgen voordoet? Nog altijd reageren we verbaasd wanneer een geofyische dreiging ineens werkelijkheid wordt. Overstromingen, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen komen vaak genoeg voor, maar keer op keer laten we ons erdoor overvallen.
Dit werd pijnlijk duidelijk bij de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull in 2010. Het afblazen van 100.000 vluchten over de hele wereld doordat as na de uitbarsting overal door de atmosfeer vloog, frustreerde de reisplannen van 10 miljoen mensen en kostte vliegtuigmaatschappijen ruim 1,3 miljard euro.
En dat terwijl vulkaanuitbarstingen in IJsland bepaald geen zeldzaamheid zijn. We hoeven slechts terug naar 1947 voor de vorige keer dat IJslandse aswolken het Europese luchtruim onveilig maakten.
Toch vernoemde de Britse National Risk Register of Civil Emergencies het niet in het risico-overzicht. In 2012 werd een dergelijke uitbarsting alsnog toegevoegd en kreeg ook nog eens hoge prioriteit. Dat zegt veel over de manier waarop overheden geologische bedreigingen zonder recent precedent onderschatten en hoe ze na een gebeurtenis datzelfde risico juist overschatten.
Tsunami
In tegenstelling tot de samenlevingen uit de vroege negentiende eeuw zijn wij ons wel bewust dat grote vulkaanuitbarstingen een flinke impact kunnen hebben op het klimaat. En toch hebben we de neiging verre vulkanische bedreigingen te onderschatten. Maar wanneer uitbarstingen wereldwijde afkoeling tot gevolg hebben en elke paar honderd jaar voorkomen, krijgen we daardoor ooit lelijk het deksel op de neus.
De manier waarop het Britse Risk Registar risico’s inschat, spiegelt een aanpak die symptomatisch is voor de manier waarop samenlevingen omgaan met de mogelijke schade van relatief weinig voorkomende grootschalige rampen door natuurgeweld.
Zo werd de catastrofale tsunami die op 26 december 2004 Indonesië trof, reeds lang van tevoren voorspeld door geologen. Pas na de ramp, die in 57 landen levens eiste, veranderde onze kijk op geofyische gevaren.
Bureaucratische molen
Een tijdlang zorgde dat voor speciale aandacht voor zeldzame gebeurtenissen die of zelfs globale gevolgen hebben. De toenmalig Britse premier Tony Blair stelde daarom in 2005 de Natural Hazard Working Group in, waarvan ik een van de leden was. Ons belangrijkste advies aan de overheid was de instelling van een internationaal wetenschapspanel voor de inschatting van geofyische risico’s. Het panel zou de hiaten in onze kennis moeten opsporen, de discussie aanzwengelen en kennis verzamelen. Wetenschappers zouden er terecht moeten kunnen met hun advies voor beleidsmakers over toekomstige bedreigingen. Het voorstel werd met enig enthousiasme ontvangen bij de Verenigde Naties maar zit daar helaas altijd in de bureaucratische molen.
Initiatieven zoals het Global Earthquake Model, gesteund door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Global Volcano Model van de University of Bristol zijn stappen in de goede richting. Ze vergroten ons begrip van sommige geologische risico’s. Maar er blijft dringend behoefte aan een overkoepelend orgaan dat geofysische risico’s inschat en dat kan dienen als een autoriteit met adviezen voor beleidsmakers.
Als we klaar willen zijn voor de volgende ‘Tambora’, moeten we ons beter bewust zijn van de zwaarste geofysische bedreigingen waar onze planeet mee te maken heeft.
Bill McGuire is emeritus hoogleraar geofyische gevaren en klimaatgevaren aan de University College Londen.
Lees ook: