Hoewel planten de grootste inspiratiebron zijn voor Bomen van de wereld, spelen ze in dit boek een bijrol.

Stefano Mancuso schreef al veel proza over zijn grootste fascinatie, maar pakt het deze keer anders aan. In een achttal hoofdstukken leest u verhalen rondom planten – niet over planten. Deze verhalen beginnen met een plant, maar deze zijn ondergeschikt in de meestal boeiende verhalen. Zo voorkomt Mancuso een opdringerig feitenrelaas over planten te bieden, maar maakt hij op subtiele wijze zijn punt: stiekem zijn planten overal.

Maanbomen

Planten zijn zelfs in de ruimte geweest, zo blijkt. Zie het verhaal over Stuart Roosa, een astronaut met een passie voor planten. Hij nam op min of meer eigen initiatief vijfhonderd zaadjes mee tijdens de derde bemande maanvlucht, in 1971. Vervolgens keek bekeek men op aarde of de zaadjes ondanks deze maanvlucht nog goed zouden ontkiemen. Gevolg: dezer dagen vind zijn op aarde nog steeds deze maanbomen te vinden.

Tegelijkertijd zorgt Mancuso’s aanpak ervoor dat een echte rode draad in het boek ontbreekt. Gezien meerdere verhalen vrij lichtjes aan het plantenthema raken, blijft op zijn best een lichtjes samenhangend geheel over.

Zo schrijft Mancuso in een hoofdstuk over de uitzonderlijke violen van Stravidius, die niemand, van wetenschapper tot ambachtsman, heeft kunnen evenaren. Maar waarom lezen we dit eigenlijk? De reden is magertjes: strijkinstrumenten zijn volgens Mancuso ‘het mooiste wat de mens ooit van hout heeft gemaakt’. Daarmee springt Mancuso iets te moeiteloos van de hak op de tak.