Wie is verantwoordelijk voor de obesitasepidemie? Zijn het de voedselfabrikanten of is het gewoon eigen schuld dikke bult voor de consument? Journalist Michael Moss laat zien hoe geslepen de voedingsindustrie te werk gaat om ons te veel te laten eten.

Verlaafd aan lekker salt-sugar-fat8 april 1999. Een geheime bijeenkomst vindt plaats in het hoofdkwartier van levensmiddelenproducent Pillsbury in Minneapolis. Elf kopstukken van Amerika’s grootste voedselgiganten komen bijeen. Op de agenda staat de obesitasepidemie. Wetenschappers in dienst van de bedrijven maken zich zorgen over de toenemende druk vanuit consumenten en overheden. Ze luiden de noodklok: de sector moet verantwoordelijkheid nemen, en ervoor zorgen dat consumenten minder gaan over-eten en gezondere keuzes gaan maken. Hun betoog lijkt indruk te maken. Is dit het moment waarop de bedrijven inzien dat zij grotendeels verantwoordelijk zijn voor de obesitasepidemie en hiertegen samen actie gaan ondernemen? De hoop vervliegt, wanneer de CEO van een van de machtigste bedrijven het woord neemt. Zijn boodschap: ik wil gewoon het lekkerste voedsel maken voor mijn klanten. Punt.

Met deze anekdote begint New York Times-journalist en Pullitzerwinnaar Michael Moss zijn nieuwe boek Salt, Sugar, Fat. Het zet direct de toon van het boek, dat inzoomt op de drie meest dominante en verraderlijke componenten van bewerkte levensmiddelen. In tegenstelling tot veel populair-wetenschappelijke boeken gebruikt Moss niet de recente wetenschappelijke literatuur als leidraad, maar de praktijk. En dat levert een fascinerend inkijkje op in de wereld achter het supermarktschap.

Gezond eten is een keuze. Maar wie bepaald uiteindelijk waar we uit kunnen kiezen? Bron: ANP
Gezond eten is een keuze. Maar wie bepaald uiteindelijk waar we uit kunnen kiezen?
Bron: ANP

Moss sprak met tientallen (oud-)werknemers van leidende bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie. Aan de hand daarvan schetst hij de opkomst van het gemaksvoedsel in de jaren zestig, die gepaard ging met steeds verdere optimalisatie van smaken en structuren die stoppen met eten extreem moeilijk maken.

Goede bedoelingen bestaan in de voedingsindustrie wel degelijk. Moss zet bijvoorbeeld goed uiteen hoe bedrijven pogen hun leven – en dat van de consument – te beteren. Toch blijkt het moeilijk manoeuvreren binnen het krachtenveld van moordende concurrentie, onverbiddelijke aandeelhouders en verwende consumenten.

Zonder de sector weg te zetten als kwaadaardig, concludeert Moss dat het antwoord op de obesitasepidemie voorlopig niet van de industrie valt te vewachten. Wij, als consumenten, hebben zelf de keuze ons te laten verleiden energierepen, chips en gesuikerde ontbijtgranen te kopen. Het alternatief is eenvoudig: vers. Het is echter nog maar de vraag of Moss’ boodschap ook overkomt bij de groepen die er het meest baat bij hebben – zij staan veelal niet open voor voedingsadviezen. Wie zich daarentegen in het betoog van Moss verdiept, raakt snel overtuigd van de kracht van ‘vers’.