De Oude Egyptenaren wisten letterlijk niet wat ze zagen toen koning Ptolemaeus II een giraf liet meelopen in een optocht. In de huidige tijd blijft het dier fascineren, en blijkt het uiterst fotogeniek.

Giraf OmslagBoeken over giraffen zijn vaak op jeugdige lezers gericht, en gaan mede daardoor niet heel diep in op het leven van dit intrigerende dier. In feite kun je dat de boekenschrijvers ook niet kwalijk nemen, want ondanks zijn cultstatus is over de giraf opvallend weinig bekend.

Wetenschapsjournalist Dale Peterson levert met Giraffe Reflections evenmin een standaardwerk over giraffen af. In plaats daarvan trakteert hij de lezer op vaak opzienbarende verhalen over de relatie tussen mens en giraf. De verhalen zijn aangekleed met schitterende foto’s afkomstig van fotograaf Karl Ammann.
In de eerste hoofdstukken beschrijft Peterson hoe vroegere beschavingen hun ogen uitkeken toen ze voor het eerst een giraf zagen. De Egyptische koning Ptolemaeus II liet bijvoorbeeld een giraf meelopen in een parade van 70.000 soldaten, 96 olifanten, 19 cheetahs, 16 struisvogels, 14 spiesbokken en 14 luipaarden. Kennelijk was één giraf voldoende om als soort te kunnen imponeren.
Die giraf was de eerste die in bijna duizend jaar voet op Egyptische bodem zette, en het volk van Ptolemaeus II wist zich er geen raad mee. Men noemde het beest kameluipaard, om zijn kameelachtige bewegingen en luipaardachtige vlekken. Die verwarring is nog altijd terug te vinden in de Latijnse naam van de giraf: Giraffa camelopardalis.

De historische verhalen zijn zeker interessant, maar draaien toch vooral om mensen. De giraf speelt slechts een bijrol als curiositeit.

Uiteindelijk komt Peterson wel uit bij wat wetenschappelijke inzichten, bijvoorbeeld met hoofdstukken over de evolutie, lichaamskenmerken, gedrag, voortplanting en interactie met andere soorten. Maar ook hier speelt eigenlijk de mens vaak de hoofdrol. Het hoofdstuk over de uitzonderlijke lichaamsbouw gaat voor de helft over de eerste Europeanen die giraffen meenamen voor wetenschappelijk onderzoek. Pas daarna leert de lezer waar toch die lange nek goed voor is – niet alleen om bij de hoge blaadjes te komen, maar ook om roofdieren van ver te zien aankomen, het lichaam af te koelen en als wapen voor concurrerende mannetjes.

Door Petersons subjectieve benadering kan de wetenschappelijke inhoud een beetje tegenvallen voor doorgewinterde biologen. Dat gevoel zal ook opdoemen in de laatste hoofdstukken, die beschrijven hoe het aantal giraffen de afgelopen decennia is gekelderd. Vroeger zagen Afrikaanse herders dagelijks giraffen, nu lopen er op het continent nog maar 75.000 rond.

Lezers zullen weinig verklaring voor de neergang vinden. Peterson noemt de jacht als oorzaak, maar gaat amper in op andere factoren zoals landbouw en het inkrimpen van hun leefgebied. Nog minder woorden besteedt hij aan plannen van natuurbeschermers om de giraf van de ondergang te redden.

Gelukkig staan de foto’s van Ammann als een huis. Naast sfeervolle beelden zien we ook prozaïsche foto’s waarop de dieren niets anders lijken te doen dan gewoon giraf zijn. Beschouw je Petersons verhalen als tekstuele aankleding van de foto’s, dan is het boek alsnog een heel aardige publicatie over het wel en wee van giraffen.

  • Giraffe Reflections
  • Dale Peterson en Karl Ammann
  • University of California Press
  • €38,95