De 83-jarige Leidse sterrenkundige Arnout van Genderen leidde een onderzoek naar vier sterren die 500.000 keer feller stralen dan de zon. Zijn team, waar ook astronomen Alex Lobel (53), Hans Nieuwenhuijzen (83) en Kees de Jager (98) deel van uitmaakten, ontdekte dat de temperatuur van deze ‘gele hyperreuzen’ in enkele jaren schommelt tussen de 4000 en 8000 graden Celsius.

Waarom hebt u met uw team deze vier gele hyperreuzen bestudeerd?

‘Ik ben fotometrist en gespecialiseerd in variabele sterren. In 2013 werd ik gemaild door de astronoom Olivier Chesneau. Hij vroeg mij of ik waarnemingen had van de gele hyperreus HR5171A, omdat hij met een artikel daarover bezig was. Daarna had ik veel mailcontact met hem, en zo is onze samenwerking ontstaan.

Heino Falcke fotografeerde als eerste een zwart gat: ‘Nog mooier dan ik al die tijd had verwacht’
LEES OOK

Heino Falcke fotografeerde als eerste een zwart gat: ‘Nog mooier dan ik al die tijd had verwacht’

Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie, maakte in 2019 de eerste foto van een zwart gat. Op dit moment doet hij onderzoek n ...

Zo werkt het vaak binnen de sterrenkunde. Iemand vraagt aan ­iemand anders of diegene weet hoe iets zit. En daaruit kunnen ideeën ontstaan. Je hebt altijd een paar mensen nodig aan wie je je werk kunt laten zien, dan kun je daarover ­discussiëren. En op die manier kun je met z’n allen zo’n onderzoek ­uitwerken.’

Hoe hebt u die uitwerking verricht?

‘Met millimeterpapier. Ik heb de helderheid van HR5171A tegen de tijd uitgezet en vervolgens lange meetreeksen van waarnemingen, over tientallen jaren tijd, geplot. Dat is echt eindeloos werk, want je moet duizenden puntjes zetten, maar ik deins daar niet voor terug.

Onze metingen zijn onder andere verricht in Zuid-Afrika en in Chili. In Zuid-Afrika gebruikten we een telescoop op 1200 meter hoogte, in hele droge lucht. Toen daar politieke toestanden begonnen, hebben we de telescoop naar Chili verhuisd.’

Arnout van Genderen

Wat was de rol van de amateurastronomen die bij dit onderzoek betrokken waren?

‘Amateurastronomen verrichten wereldwijd waarnemingen en ­metingen, waarbij ze bijvoorbeeld naar de helderheid van variabele sterren kijken. Als ze lid zijn van een vereniging, kunnen ze hun metingen inleveren in een gedeelde databank. Vervolgens kunnen onderzoekers die metingen gebruiken.

Stel dat ik bijvoorbeeld van een bepaalde ster wil weten wat de helderheid was over een bepaalde periode. Dan hoef ik maar naar de website met de databank te gaan om te vinden wat ik zoek. Voor ons onderzoek naar de hyperreuzen gebruikten we waarnemingen van amateurastronomen uit onder andere Australië, Nieuw-Zeeland en Amerika. Waarnemingen van amateurastronomen zijn essentieel voor zulk onderzoek. Daarom worden ze tegenwoordig ook steeds vaker in wetenschappelijke publicaties ­genoemd.’

De fel stralende ster is de gele hyperreus HR5171A.

Hoe is uw fascinatie voor wetenschap begonnen?

‘Ik kan me nog herinneren dat ik, toen ik tien jaar werd, van mijn grootvader een dik boek kreeg. Het was van een zekere dr. T.C. Winkler en heette Op en in de aarde. Ik las daarin alles over geofysica, met uitleg over fossielen en dinosauriërs.

Ik vond als kleine jongen van alles interessant. Archeologie, paleontologie, meteorologie, geologie, geschiedenis en sterrenkunde. Mijn belangstelling ging altijd uit naar wat er om me heen gebeurde. Elke steen werd omgedraaid. En ik keek naar de sterren uiteraard. Ik wilde alles weten.’

Wat wordt uw volgende ­ontdekking?

‘Ik wil verder onderzoek doen aan deze waarnemingen. Daar moet nog veel aan gebeuren; ik denk dat ik daar nog wel één of twee jaar mee bezig ben. Wat er daarna komt, weet ik nog niet.’

special raadsels uit het heelal
LEESTIP. New Scientist heeft een special gewijd aan de grootste kosmische vraagstukken. Te koop in onze webshop.