Een tiener die geboren is zonder linkerhersenhelft heeft bovengemiddelde leesvaardigheden. En dat terwijl juist de linkerhersenhelft doorgaans gespecialiseerd is in taal.

De achttienjarige, die bekendstaat als C1, heeft ook een gemiddeld tot hoog IQ en is van plan een universitaire opleiding te gaan volgen.

Hersenscans laten zien dat bij de jonge vrouw de hoeveelheid hersenweefsel dat geassocieerd wordt met lezen groter is dan gemiddeld. Tests van haar hersenactiviteit onthullen dat haar rechterhersenhelft een aantal van de taken van de linkerhelft heeft overgenomen. Dat wijst erop dat het orgaan zich heeft aangepast om te compenseren voor het ontbrekende weefsel.

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?
LEES OOK

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?

Sebastiaan van de Water zocht uit hoe wetenschappers het nocebo-effect proberen te begrijpen en onder de duim proberen te houden.

Zak met vloeistof

De ouders van C1 merkten voor het eerst op dat er iets met haar aan de hand was toen ze zeven maanden oud was. De meeste baby’s stoppen rond die leeftijd met het vastgrijpen van hun duimen met hun vuisten. C1 bleef dat echter doen, maar alleen met haar rechterhand. Toen ze tien maanden oud was, liet een hersenscan zien dat op de plek waar haar linkerhersenhelft had moeten zitten een ‘zak’ met vloeistof zat.

De vrouw is gediagnosticeerd met hemi-hydranencefalie. Dat is een extreem zeldzame aandoening waarbij een groot deel van de hersenschors ontbreekt. Er zijn slechts negen gevallen bekend.

Toen ze veertien maanden oud was, werd C1 opgenomen in een onderzoeksproject. Een team van de Universiteit van Chicago volgde haar vooruitgang totdat ze zestien was. Tegelijkertijd hielden ze 64 kinderen met normale hersenen in de gaten, alsmede 40 kinderen die een beroerte hadden gehad in de weken voor of na hun geboorte. Hun taal-, lees- en wiskundige vaardigheden en hun ruimtelijk inzicht werden elke vier maanden getest tot ze vijf jaar oud waren.

Leeftijdsgenoten bijgehaald

Aanvankelijk waren de taalvaardigheden van C1 minder goed dan die van andere kinderen van dezelfde leeftijd. Ook had ze een heel beperkte woordenschat. Maar met de jaren boekte ze vooruitgang. Tegen de tijd dat ze vier en een half was, had ze een gemiddeld spraakvermogen.

Haar woordenschat en zinsbouw verbeterden ook. Tegen de tijd dat ze bijna vijf was, liep C1 weer gelijk op met haar leeftijdsgenoten. ‘Bij de meeste taken presteerde ze gemiddeld toen ze naar de basisschool ging’, zegt psycholoog Salomi Asaridou van de Universiteit van Oxford, die haar ontwikkeling heeft bestudeerd.

Uitzonderlijk goed

C1 blonk bovendien uit op andere gebieden. Toen ze tussen vijf en zeven jaar oud was, lieten onderzoekers haar de geluiden in woorden herkennen en categoriseren. Die taak volbracht ze beter dan haar leeftijdsgenoten. Ze was ook heel goed in lezen. Ze ‘deed het aanmerkelijk beter dan de normaal ontwikkelende groep’, zegt Asaridou.

Daarbij lijken de taalvaardigheden van C1 zich niet te hebben ontwikkeld ten koste van andere vaardigheden, zegt Asaridou. Niet alleen heeft ze een gemiddeld tot hoog IQ voor haar leeftijd, ook heeft ze een gemiddeld ruimtelijk inzicht en is ze uitzonderlijk goed in kortetermijngeheugentests waarbij proefpersonen reeksen getallen moeten onthouden.

Een voorbeeld van een fMRI-hersenscan.

Normale patronen

Hersenscans hebben meer aan het licht gebracht over het opmerkelijke brein van C1. Toen ze veertien was, gebruikten onderzoekers een fMRI-scan om haar hersenactiviteit te bestuderen terwijl ze luisterde naar verhalen.

Asaridou en collega’s vergeleken de resultaten van C1 met die van dertig kinderen tussen twaalf en veertien jaar oud, die zich normaal ontwikkelden. ‘De hersenactiviteit van C1 kwam overeen met wat gebeurt in de linkerhersenhelft van normaal ontwikkelende kinderen’, zegt Asaridou. Dat vormt opnieuw bewijs voor het idee dat C1’s rechterhersenhelft taken op zich heeft genomen die normaal gesproken bij de linkerhelft horen, zoals taalverwerking.

Meer witte materie

Een tweede set scans, gedaan op dezelfde leeftijd, liet zien dat C1’s hersenen meer witte materie bevatten, het weefsel dat hersengebieden verbindt en ze met elkaar laat communiceren. In het bijzonder heeft ze meer witte materie in de gebieden die worden geassocieerd met taalvaardigheden, zoals geluiden overzetten naar uitspraak en lezen, zegt Asaridou.

C1 is een uitzondering onder mensen met hemi-hydranencefalie, zegt Asaridou. Van de andere bekende gevallen hebben maar twee van de zes geteste patiënten geen problemen ondervonden met hun taalontwikkeling.

Nature én nurture

Asaridou denkt dat een combinatie van nature en nurture C1 kan hebben geholpen. Haar familie is welgesteld, dus konden haar ouders het zich veroorloven om C1 vanaf jonge leeftijd spraak- en lichamelijke therapie te laten volgen.

Daarnaast heeft C1 een jongere broer die uitzonderlijk goed presteert in taaltests. Dat suggereert dat er een genetische component schuilgaat achter het succes van broer en zus, zegt Asaridou. ‘Maar dat is allemaal speculatie. Het is een gecompliceerde zaak met een unieke combinatie van factoren.’

Weggehaalde hersenhelft

C1 ervaart wel nog wat problemen bij het bewegen van de rechterkant van haar lichaam. Maar in het algemeen doet ze het goed; ze heeft ook haar examens gehaald.

Neurowetenschapper Faraneh Vargha-Khaen van het Great Ormond Street-ziekenhuis in Londen zegt niet verrast te zijn dat C1 geavanceerde taalvaardigheden heeft ontwikkeld. Elk jaar wordt bij elf tot vijftien kinderen met een ernstige vorm van epilepsie een volledige hersenhelft weggehaald. Die herstellen in de regel goed. Dat laat zien hoe opmerkelijk het brein is, zegt ze, ‘en hoe weinig we ervan afweten.’

LEESTIP. Ga mee met onderzoeker David Eagleman op een verrassende tour door je hersenen. Bestel nu in onze webshop.