Diemen (NL) – Rotterdamse onderzoekers testten met succes het door Pharming transgeen geproduceerde enzym alfaglucosidase bij patiënten met de ziekte van Pompe. Er zijn echter meer technieken om enzymen te maken, en sommige bedrijven hebben meer geneeskrachtige enzymen in het vuur liggen.


Met de opkomst van DNA-technieken ontstond al snel interesse in therapeutische toepassingen daarvan. Gentherapie, waarbij DNA wordt ingebracht bij een patiënt met foutieve genen, is totnogtoe nog geen optie. Die techniek staat nog in de kinderschoenen. Een andere mogelijkheid is om DNA dat codeert voor goed werkende enzymen tot expressie te brengen in andere organismen. Pharming, dat naam maakte met de transgene stier Herman, ontwikkelde een techniek waarbij menselijk DNA terechtkomt in een dier. Zo gaf stier Herman aan zijn dochters het genetisch materiaal mee waardoor ze in de melk het enzym lactoferrine produceerden. Voor de ziekte van Pompe ontwikkelde Pharming op een vergelijkbare manier konijnen die de juiste vorm van het enzym alfaglucosidase maken. In september 2000 verkreeg Pharming in de VS een patent op de methode.
Bij de ziekte van Pompe krijgt een kind van beide ouders een defecte kopie van het gen voor het enzym alfaglucosidase. Het foute enzym zorgt voor problemen bij de opslag van glycogeen in een celorganel, het lysosoom. Dat organel, ontdekt door Nobelprijswinnaar De Duve, speelt een rol bij afbraakprocessen. In dit organel heerst een zuur milieu, waar bepaalde afbraakenzymen goed kunnen werken. Als dergelijke enzymen niet goed functioneren, stapelt een bepaald product zich op in het lysosoom. Dat gebeurt bij de ziekte van Pompe: het glycogeen in hartspier- en spiercellen wordt niet afgebroken. Dat zorgt voor een verzwakking van de cellen en een forse vergroting van de omvang van het hart. Zonder behandeling sterven kinderen met de ziekte van Pompe binnen het eerste levensjaar. Overigens bestaan er ook varianten van de ziekte, waarbij die zich pas op latere leeftijd openbaart.

Joint venture
De afgelopen twee jaar kregen enkele kinderen die lijden aan de ziekte van Pompe in het Sophia Kinder Ziekenhuis in Rotterdam wekelijks met een infuus de alfaglucosidase uit konijnenbloed toegediend. Het enzym vindt zijn weg naar de aangetaste spieren, doordat lysosomen aan de buitenzijde een receptor hebben voor een gefosforyleerde suikerstaart die aan het enzym vastzit. Inmiddels hebben de kinderen een leeftijd van ongeveer twee jaar bereikt, veel ouder dan de vooruitzichten bij de geboorte. Hun spieren en hun hart zien er veel beter uit, ze zijn ook sterker. Een van de kinderen kon op een leeftijd van twaalf maanden al leunend op een arm staan.
Pharming is inmiddels een joint-venture aangegaan met het Noord-Amerikaanse bedrijf Genzyme. Dat kocht de rechten op een techniek waarbij een kweek van hamstercellen de menselijke alfaglucosidase maakt. Chemisch gezien ziet deze alfaglucosidase er iets anders uit dan het product van Pharming. In de VS maakten onderzoekers dit voorjaar bekend dat ze de alfaglucosidase uit hamstercellen eveneens in klinische testen toepasten. Deze techniek zou eerder een commercieel succesvol product opleveren dan het enzym uit konijnenmelk. Genzyme kondigde bovendien nieuwe klinische onderzoeken aan waarbij mogelijk ook oudere patiënten hun middel krijgen.
In 2000 verschijnt een nieuwe speler op het toneel: Novazyme. Dit jonge bedrijf beheerst een nieuwe techniek voor het fosforyleren van enzymen zodat ze met hoge efficiëntie door lysosomen worden opgenomen. Het bedrijf kondigt niet alleen de ontwikkeling van een eigen variant van alfaglucosidase voor de behandeling van de spierziekte van Pompe aan, maar lat begin 2001 ook weten een alternatief te kunnen bieden voor andere producten van Genzyme. Daaronder bevindt zich een enzym dat Genzyme ontwikkelt voor patiënten die lijden aan de ziekte van Gaucher, eveneens een erfelijke ziekte waarbij enzymen in de lysosomen defect zijn.

Geruchten eisen al snel hun tol in de wereld van beursgenoteerde bedrijven



Genzyme kondigde begin augustus aan dat het Novazyme wil overnemen. Dat deed de beurskoers van Pharming snel dalen. Of het Genzyme nu daadwerkelijk te doen is om de behandeling van de ziekte van Pompe is nog maar de vraag. Mogelijk voerde Genzyme een preëmptieve opening uit om andere belangrijke geneesmiddelen te beschermen tegen de concurrentie door Novazyme. Pharming verkeert nu echter in grote financiële moeilijkheden, en het is nog maar de vraag of het uit dat dal kan kruipen. Dergelijke aankondigingen en geruchten eisen al snel hun tol in de wereld van beursgenoteerde bedrijven, zeker in de wereld van ICT en biotechnologie waar technieken zich nog moeten bewijzen.
In eerdere mededelingen kondigden Genzyme en Pharming aan dat patiënten die bij de klinische trials van de nieuwe behandelingen alfaglucosidase kregen toegediend, ook in de toekomst het voor hen zo onontbeerlijke medicijn kunnen krijgen. Niettemin luidt het AZR de noodbel, zowel voor vijf patiëntjes van het ziekenhuis in Rotterdam, als voor vier patiëntjes die elders worden behandeld. Of dat voor de patiënten van het Rotterdamse Sophia Kinder Ziekenhuis dan het uit konijnenmelk afkomstige product van Pharming zal zijn, of het hamstercellenproduct, dat is nog maar de vraag.

Erick Vermeulen