Als je dag in dag uit potvissen waarneemt in een relatief klein gebied, leer je ze individueel te herkennen. Dat is handig bij het doen van onderzoek.


Een potvis die rustig in de golven ligt te dobberen, laat niet meer dan zijn kleine rugvin zien. Alleen als het dier ademt, steekt hij de bovenkant van zijn gigantische neus boven het water uit. Dan pas zie je hoe groot zo'n potvis eigenlijk is. Vandaag hadden we geluk. Het heerschap dat vlak naast de boot opdook, was volgens onze ruwe schatting minstens twintig meter lang. De staart strekte hij meters hoog de lucht in voor hij langzaam in de diepte verdween. “Dat is Hvitflekk!” zagen we meteen. Witvlek dus, vanwege de markante pigmentloze vlek middenop de staartvin.
Drie dagen geleden maakten we voor het eerst kennis met Hvitflekk, een nieuweling in de wateren bij Andenes. Toch moet het dier, gezien zijn enorme afmetingen, minstens een jaar of vijftig oud zijn. Waarom hij opeens zijn zomergebied hierheen heeft verlegd, weten we niet. Misschien dat een verandering in de zeestromingen de voedselbeschikbaarheid heeft beïnvloed.
Vandaag zagen we Hvitflekk twintig zeemijl verderop, helemaal aan de andere kant van de onderwatercanyon die zich negen zeemijl uit de kust bevindt. Kennelijk leggen de potvissen binnen enkele dagen heel wat kilometers af, ook al bewegen ze zich tijdens het voedselzoeken voornamelijk in verticale richting.
Over de seizoensbewegingen van potvissen is nog heel weinig bekend. Hier in Andenes noteert men daarom sinds 1989 de precieze positie van iedere waarneming, en maakt men daarbij foto's van de staartvin. Walvisstaarten zijn uniek en maken individuele herkenning mogelijk. Vierhonderd walvissen zijn er inmiddels geregistreerd. Hvitflekk stond tot nu toe nog niet in de catalogus. Hangover wel, het mannetje met de rare hangende staartpunten. En Moby Dick natuurlijk, de nestor met drie bobbels aan de linker staartrand en twee aan de rechter. Die is sinds 1989 ieder jaar tenminste eenmaal waargenomen. Dit jaar was dat op 3 mei, maar sindsdien heeft hij zich niet meer laten zien. Bij iedere duikende joekel houden we onze adem in: is het misschien Moby Dick? Voor mij blijft Hvitflekk echter voorlopig favoriet.

Nienke Beintema