Ann Arbour (VS) – Elke ziekte laat een serie moleculaire vingerafdrukken na – zo ook kanker. Alle tumorcellen hebben hun eigen patroon van aan- en uitgeschakelde genen. Dat profiel verraadt of een tumor goedaardig, kwaadaardig of uitgezaaid is.


“Het profiel van aan- en uitgeschakelde genen in een kankercel herbergt antwoorden op de vragen die elke arts en patiënt zich stellen: is een chirurgische ingreep noodzakelijk, zal de kanker terugkomen, wat is de prognose,” schrijven Amerikaanse onderzoekers in het tijdschrift Nature.
Onderzoekers van de universiteit van Michigan onderzochten het expressiepatroon van 10.000 verschillende genen in 700 monsters van gezond en kwaadaardig prostaatweefsel. Ze gebruikten hiervoor zogenaamde micro-arrays ofwel DNA-chips. Dit zijn kleine glasplaatjes waarop men kan zien welke genen in een cel actief zijn en worden vertaald tot eiwitten. Volgens Mark Rubin, een van de onderzoekers, is het belangrijk om de expressie van vele genen tegelijkertijd na te gaan, omdat we mogen aannemen dat de ontwikkeling en progressie van prostaatkanker worden beïnvloed door een samenspel van vele tientallen genen.
De onderzoekers identificeerden een tweehonderdtal genen waarvan de expressie verschilde tussen normaal en kwaadaardig prostaatweefsel. Een aantal van die genen waren oude bekenden voor de kankeronderzoekers, zoals E-cadherin, het MYC-oncogen en het tumorsuppressorgen PTEN. Toch ontdekten ze ook enkele tientallen nieuwe genen met een afwijkend expressiepatroon. Een tweetal sprong de onderzoekers onmiddellijk in het oog: hepsine en pim-1. Volgens Rubin kunnen zij uitgroeien tot nieuwe en zeer betrouwbare diagnostische merkers voor prostaatkanker. “Het hepsine-eiwit wordt in maximale concentraties geproduceerd net voor een cel kwaadaardig wordt,” zegt Rubin. “In normale prostaatcellen is er helemaal geen expressie van hepsine, en naarmate de tumorgroei vordert, daalt de hepsine-expressie weer.”
Rubin vervolgt: “We vonden tevens een verband tussen de expressie van hepsine en pim-1 en de prognose van de patiënt. We verwachten dat we over enkele jaren een testkit op de markt kunnen brengen die in combinatie met een screening van het ‘prostaat-specifieke antigen’ (PSA) de arts in staat stelt voor elke patiënt de behandeling met de beste prognose vast te stellen.”

Peter Raeymaekers