Vergeleken met niet-gebruikers hebben opiumgebruikers in Noord-Iran een grotere kans om aan allerlei aandoeningen te sterven, waaronder hart- en vaatziekten, astma, COPD, tuberculose en kanker. Het doet de vraag rijzen welke nadelige effecten door artsen voorgeschreven opiaten zoals morfine en codeïne hebben.

Voor het onderzoek volgde hoogleraar Reza Malekzadeh van de medische universiteit in Teheran met een internationaal team vijf jaar lang 50.000 mannen en vrouwen in een noordelijke provincie van Iran. Daar is opiumgebruik een normaal verschijnsel. Zo’n 8400 mensen gebruikten langdurig opium, gemiddeld 12,7 jaar. Binnen de gehele groep mensen traden er ruim tweeduizend sterfgevallen op.

In landen als Iran en Afghanistan wordt opium gewonnen uit papaver.
In landen als Iran en Afghanistan wordt opium gewonnen uit papaver.

De onderzoekers, zo melden ze in British Medical Journal, corrigeerden de epidemiologische gegevens voor factoren zoals armoede en roken. Dan nog zagen ze een toename van 86 procent van de sterftekans bij opiumgebruikers, of die nu opium inslikten of rookten. Het is de eerste keer dat in een onderzoek de sterftekans van langdurige opiumgebruikers is vergeleken met die kans bij niet-gebruikers.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Opiumgebruik komt elders in de wereld nauwelijks voor, maar wereldwijd krijgen miljoenen mensen van hun artsen medicijnen voorgeschreven die een bestanddeel van opium zijn, zoals morfine en codeïne. In een commentaar in het medische vakblad verklaart een medicus van het St. Michael’s Hospital in Toronto dat aan de verstrekking van opiaten aan patiënten met chronische pijnklachten mogelijk nog volledig onbegrepen risico’s verbonden zijn.